Spanje voert universeel basisinkomen in

Spanje voert in de loop van de huidige legislatuur het universeel basisinkomen in. Dat heeft minister van Economische Zaken Nadia Calviño zondagavond gezegd op de Spaanse televisiezender La Sexta.

‘Het staat in het regeerakkoord en we gaan het in de loop van deze legislatuur uitvoeren’, aldus Calviño. Ze benadrukte wel dat ‘er nog veel elementen zijn waarmee rekening moet worden gehouden’.

‘Minister van Integratie, Sociale Zekerheid en Migratie José Luis Escrivá coördineert, samen met andere ministeries, hoe dit basisinkomen moet worden voorbereid, hoe het kan worden aangevuld met andere instrumenten en wat de doelgroep is’, aldus Calviño. Ze voegde eraan toe dat het basisinkomen zich ‘veelal op gezinnen zal richten’. Verder zal rekening worden gehouden met de verschillende omstandigheden.’

Bedoeling is om een pilootprogramma op te starten, waarna het basisinkomen op permanente basis wordt geïmplementeerd. De minister gaf geen specifieke datum voor de activering van het project. Ze zei enkel dat ‘de materie complex is’. ‘Maar er wordt hard aan gewerkt en het moet zo snel mogelijk worden ingevoerd.’

Nog volgens Calviño heeft de coronacrisis ertoe bijgedragen dat de Spaanse regering een reeks maatregelen invoert om te verhinderen dat mensen aan hun lot worden overgelaten. Ze wees in het bijzonder naar de werknemers.

Op de vraag of de maatregel er nog voor de zomer komt, antwoordde de minister ‘dat de maatregel zo snel mogelijk moet worden ingevoerd’. ‘Niet enkel als instrument om de economische gevolgen van het coronavirus te bestrijden, maar als een instrument voor altijd.’

Voor of tegen het basisinkomen?

Het basisinkomen is vanwege de toenemende robotisering en automatisering niet meer weg te denken uit het publieke debat.  De OESO schatte in 2018 dat 10% van de jobs volledig zou verdwijnen. Daarbovenop zou 28% van de huidige jobs in die mate worden getransformeerd dat ze het aanleren van totaal nieuwe vaardigheden zullen vergen.

In bijna alle westerse landen staat het basisinkomen dus op de agenda, maar wat nog meer opvalt is dat het steun krijgt vanuit diametraal tegenovergestelde ideologische bewegingen:

-> Rechts ziet in het basisinkomen een manier om de overheid te vereenvoudigen. In vergelijking met een systeem dat bestaat uit talrijke sociale programma’s, met elk hun eigen formulieren, instituties en controleurs, is een gegarandeerd basisinkomen ook een garantie op administratieve vereenvoudiging.

-> Conservatieven en libertariërs zijn ook gewonnen voor het idee om ontvangers van overheidssteun een som geld te geven die ze zelf naar eigen keuze mogen gebruiken in plaats van hen te verplichten hun uitkeringen aan bureaucratisch bepaalde zaken uit te geven.

-> Links beschouwt het basisinkomen als een middel om mensen uit de armoede te helpen ontsnappen. Men wijst ter ondersteuning van dit argument vaak naar het experiment in de Canadese stad Dauphin, waarvan de inwoners in de jaren 1970 zo’n inkomen ontvingen. Niet enkel de armoede verdween er, maar meer mensen maakten er ook hun middelbare school af en de hospitaliseringsgraad ging omlaag.

-> Tegenstanders vernoemen vooral de hoge kost van het plan en de vrees dat mensen minder zullen gaan werken. Uit het Canadese experiment blijkt echter dat dit laatste effect veel minder significant was dan verwacht.

Meer