Spanje is volgens verscheidene studiebureaus op dit moment de meest fragiele economie van Europa. De interne politieke spanningen maken het alleen maar erger.
Het bureau Oxford Economics stelt maandelijks een wereldlijst op van kwetsbaarste economieën, en dat op basis van vier criteria: het gezondheidsstelsel van het land (zoals het aantal ziekenhuizen), zijn economische structuur, de politieke respons en de epidemiologische cijfers (zoals het aantal gevallen en overlijdens).
Tot voor kort stond Mexico op plaats 1, maar het Centraal-Amerikaanse land wordt nu voorbijgestoken door Spanje, zo maakte Oxford Economics vrijdag bekend. Na Spanje en Mexico volgen de Filipijnen, de Verenigde Staten en Brazilië. Over België maakt het studiebureau zich vooralsnog niet al te veel zorgen.
Politieke spanningen
Oxford Economics staat niet alleen met zijn sombere visie op Spanje. In een ranglijst van de verzekeraars Allianz en Euler Hermes kwam Spanje als grootste risicoland van de eurozone uit de bus, op basis van gezondheids-, economische en politieke criteria. De onderzoekers wijzen onder meer op de politieke spanningen tussen het centrale niveau en de regio’s, die een gecoördineerde strategie tegen een tweede coronagolf bemoeilijken.
Min 12,8 procent
Ook de economische prognoses ogen voor Spanje, waar de belangrijke toeristische sector zwarte sneeuw ziet, somberder dan elders. Het IMF verwacht dat de Spaanse economie dit jaar met 12,8 procent zal krimpen, wat veruit de zwaarste klap zou zijn van alle eurozonelanden. Na de eerste coronagolf was de sociaal-economische ravage al enorm.
Officieel rondde Spanje deze week de kaap van de 1 miljoen coronagevallen, maar in werkelijkheid gaat het volgens premier Pedro Sanchez om meer dan 3 miljoen gevallen. De eerste minister staat onder druk om strengere coronamaatregelen te nemen.