Spanje en het Guggenheim effect: toeristen ruilen strand in voor cultuur

Het Museo Guggenheim in Bilbao is één van de speerpunten van het Europese cultuurleven. De opening van het museum iets meer dan twintig jaar geleden heeft echter ook in Spanje de interesse in kunst en cultuur sterk doen toenemen. Dat meldt het magazine The Economist. In het hele land konden volgens het magazine sindsdien immers pogingen worden opgemerkt om het succes van Bilbao te kopiëren en evenaren.

“Niet overal hebben die experimenten evenveel succes gehad, maar toch kan worden vastgesteld dat cultuur ook in het Spaanse toerisme steeds duidelijker op de voorgrond treedt,” aldus The Economist.

Urbanisme

“Er is in Spanje duidelijk sprake van een Guggenheim-effect,” getuigt Miguel Zugaza, directeur van het Museo de Bellas Artes de Bilbao, dat niet ver van het Museo Guggenheim is gelegen. “Ondanks een schitterende collectie van Spaanse meesters genoot het Museo de Bellas Artes in het verleden weinig bijval. Anderhalf decennium geleden konden 150.000 bezoekers per jaar worden opgetekend. Dat aantal is inmiddels verdubbeld.”

Het Museo Guggenheim is dan ook al het onderwerp van de studie in urbanisme geworden. Het museum is er immers in geslaagd om een aftakelende industriële stad tot een toeristische aantrekkingspool om te vormen.

“Vele andere steden in de wereld hebben het Guggenheim-effect proberen te imiteren, maar dat heeft vaak weinig resultaten opgeleverd,” zegt The Economist. “Vooral in Spanje zijn verschillende steden het mislukte decor geworden van dure culturele experimenten, in de periode voor de Spaanse bouwcrisis door allerlei toparchitecten ontworpen.”

Onder meer wordt gewezen naar het Museo Iberio in Jaén en de Cidade da Cultura in Santiago de Compostela. Maar elders hebben die inspanningen volgens het magazine wel tot opmerkelijke resultaten geleid. “Onder meer Madrid, niet zo lang geleden een slaperige stad van bureaucraten, kan nu als één van de culturele hoofdsteden van Europa worden bestempeld,” betoogt The Economist.

“Het meest opmerkelijke voorbeeld is misschien echter wel Malaga, dat vroeger vooral een stopplaats was voor toeristen op weg naar de Costa del Sol, maar nu een heel cluster van kunstmusea bezit. Men vindt er onder meer divisies van het Russische staatsmuseum en het Pompidou Centre van Parijs. De stad heeft ook een museum dat is gewijd aan Picasso, die in Malaga was geboren.”

“De hotelovernachtingen in Malaga zijn het voorbije jaar met 9 procent gestegen. Maar ook Valencia heeft kunnen profiteren van een investering van 1,3 miljard euro in de Ciudad de las Artes y las Ciencias, die onder meer een opera, een aquarium en diverse musea omvat. De stad kent een sterke toeristische groei.”

Patrimonium

In Santander, niet ver van Bilbao, moet volgens The Economist worden gewezen op het Centro Botin, gespecialiseerd in hedendaagse kunst. “De stad heeft nog twee andere nieuwe musea aangekondigd,” aldus het magazine. “Al deze initiatieven hebben niet alleen een cultureel karakter, maar zorgen ook voor een gezonde economische diversificatie. “

“Het Spaanse strandtoerisme heeft de voorbije jaren nog wel een sterke groei laten optekenen, maar lijkt stilaan op een stagnatie af te stevenen. Culturele bestemmingen en activiteiten vormen nog steeds slechts 15 procent van de buitenlandse toeristische interesses in Spanje, maar die aantallen groeien snel.”

De Spaanse cultuur zou vorig jaar 12,9 miljoen buitenlandse toeristen hebben aangetrokken. Vijf jaar voordien was er slechts sprake van 8 miljoen bezoekers.

“Er is volgens Miguel Zugaza dan ook duidelijk sprake van een nieuw dynamisme in de Spaanse steden,” zegt The Economist nog. “Hij wijst er daarbij ook op dat Spanje aan zijn bezoekers een uitzonderlijk cultureel patrimonium kan aanbieden.”

Meer