De Europese Centrale Bank (ECB) bevestigde donderdag dat ze in juli de rente zal verhogen. Dat lijkt goed nieuws voor de spaarders, maar een hogere spaarrente zal nog niet voor meteen zijn.

Zoals verwacht zal de ECB in juli voor de eerste keer in elf jaar de rente optrekken. De depositorente wordt dan verhoogd van -0,5 naar -0,25 procent. De toezichthouder zette ook de deur op een kier voor een verhoging met 50 basispunten in september. Hoe dan ook is het zo goed als zeker dat er in die maand (eindelijk) een einde komt aan de negatieve rente.

Zo’n verhoging is op het eerste gezicht goed nieuws voor de spaarders. De depositorente is namelijk een kortetermijnrente. De banken kijken onder meer naar dat tarief om de spaarrente te bepalen. Toch blijft de kans zeer klein dat ons spaargeld binnenkort meer geld in het laatje zal brengen. Daar zijn verschillende redenen voor.

Depositorente blijft laag

Om te beginnen zal de depositorente na de rentevergadering van juli nog altijd negatief zijn, tenzij de ECB onverwachts beslist om de rente die maand sneller dan verwacht te verhogen. Dat betekent dus dat de banken nog altijd interesten moeten betalen als ze geld stallen in Frankfurt, de thuisbasis van de Europese toezichthouder. Ze staan dan ook niet te springen om veel spaarkapitaal op te halen. Daardoor zullen de financiële instellingen de rente niet snel opkrikken.

De verhoging van de depositorente heeft er wel voor gezorgd dat de grootbank ING vanaf september afscheid neemt van de negatieve rente op de zichtrekening. Tot dan moeten de klanten met meer dan 250.000 euro op de zichtrekening een strafrente van 0,5 procent betalen op de deposito’s boven dat grensbedrag.

Gratis geld lenen bij de ECB

Tot op vandaag bedraagt de zogenaamde herfinancieringsrente 0 procent. Dat is de rente die de financiële instellingen betalen aan de ECB om geld te lenen. Ze kunnen dus met andere woorden gratis geld lenen bij de toezichthouder. Daarom is het voor hen momenteel niet interessant om spaargeld op te halen bij de particuliere spaarders. Op dat geld moeten ze namelijk een rente van (minstens) 0,11 procent betalen.

Dat is niet het geval bij de zogenaamde niet-gereglementeerde spaarboekjes. Zo heeft Triodos Bank in 2020 de rente op de spaarrekeningen tot 0 procent kunnen laten zakken. De bank verving toen de gereglementeerde spaarrekeningen door niet-gereglementeerde varianten.

Veel spaargeld

Bovendien staat er vandaag al een aanzienlijk bedrag op onze spaarrekeningen. Zo stond er eind april 296,9 miljard euro op Belgische gereglementeerde spaarboekjes, leren de marktcijfers die NBB Stat onlangs publiceerde. Dat is wel geen recordbedrag. Op het hoogtepunt stond er meer dan 300 miljard euro op die spaarrekeningen.

Er is wel een logische verklaring voor de recente afname van dat bedrag: BNP Paribas Fortis heeft op 1 april de gereglementeerde spaarboekjes geplafonneerd, waardoor er nog maximaal 250.000 euro op die spaarrekeningen kan staan. Alles boven dat plafondbedrag wordt overgeheveld naar een renteloze rekening. Die deposito’s zitten niet verwerkt in het bovenstaande cijfer.

Winstmarges

De minimale spaarrente van 0,11 procent is al jaren een doorn in het oog van de financiële instellingen. Doordat ze de spaarders een minimale spaarvergoeding moeten betalen, staan hun winstmarges onder druk in de huidige rentesituatie. Dankzij de hogere hypotheekrentes kunnen ze die marges opnieuw vergroten. Al zullen de banken waarschijnlijk nog even wachten om de spaarrentes te verhogen. Pas wanneer het voor hen voordeliger wordt om geld op te halen bij het grote publiek zullen ze overwegen om uit te pakken met hogere spaarvergoedingen.

Het is niet uitgesloten dat sommige kleinere spelers binnenkort naar buiten komen met hogere spaarrentes. Ze doen dat bijvoorbeeld om nieuwe klanten aan te trekken. Zo verraste de internetbank Santander Consumer Bank eerder dit jaar de spaarders door een nieuw spaarboekje, genaamd Vision Max, te lanceren. Die spaarrekening heeft tot op vandaag de hoogste spaarrente op de markt: 0,65 procent. Die hoge rente geldt enkel voor inlagen tussen 125.000 euro en 200.000 euro.

(lb)