Spanje is van nature een droog land, maar toch vertegenwoordigt de landbouw een groot deel van zijn economie: zo produceert het de helft van de olijfolie in de wereld. Een productie die door de huidige droogte bedreigd wordt. En deze productiedaling is misschien slechts de voorbode van de crisis in de Spaanse landbouw in zijn geheel.
Hoewel men overal in het Middellandse-Zeegebied olijfbomen vindt, is het in Spanje dat de teelt van deze boom en zijn beroemde vruchten de grootste omvang heeft aangenomen. Spanje is de grootste olijf(olie)producent ter wereld; zo is 2.770.485 hectare land uitgetrokken voor de teelt van de olijven, waarvan 93 procent in olieflessen terechtkomt. De olijventeelt vertegenwoordigt 400.000 olijfboeren in het land, evenals 1.755 oliefabrieken, 1.500 bottelaars en 22 raffinaderijen. Maar deze hele onderneming wordt bedreigd door een catastrofale oogst.
De regen komt maar niet
De Spaanse minister van Landbouw Luis Planas luidt de noodklok. Geconfronteerd met een gebrek aan water, kan de olijfindustrie van het land een zeer slechte oogst verwachten: “Als er in de komende weken geen daling van de temperaturen of van de regenval komt, zou de olijfoogst dit jaar wel eens aanzienlijk kleiner kunnen zijn dan in het verleden”, vertelde hij aan Bloomberg.
Het land alleen produceert de helft van de olijfolie in de wereld, met Italië op de tweede plaats, dat met dezelfde klimaatgerelateerde tegenslagen te kampen heeft. We hebben het dan over 1.400.000 ton olie per jaar, waarvan 60 procent wordt uitgevoerd, weet The Guardian.
Geen olijven, zonnebloemen of palmbomen meer
De oorlog tussen Oekraïne en Rusland, en de daaruit voortvloeiende landbouwblokkades, brengen de aanvoer van zonnebloemolie nu al in gevaar. Beide grondstoffen zijn van vitaal belang voor de wereldvoedselindustrie, omdat zij in veel afgeleide producten voorkomen. En palmolie, omstreden als het is, kan niet als ersatzmiddel gebruikt worden, want Indonesië, het belangrijkste producerende land, is gestopt met de uitvoer ervan om eerst aan de binnenlandse vraag te kunnen voldoen.
Als de oorzaak van deze toekomstige mislukking van de oogst natuurlijk de verschrikkelijke droogte is die het hele Europese continent teistert, is het helaas een ramp die is aangekondigd.
De Spaanse landbouw is erg afhankelijk van irrigatie, omdat de bodem in de meeste regio’s van het land oorspronkelijk niet erg vruchtbaar en droog is. Dit vooral omdat ze worden blootgesteld aan een zeer sterke erosie, die de kwaliteit van de bodem verder verslechtert. Veel milieuactivisten en -deskundigen waarschuwen al jaren voor zo’n mogelijke ineenstorting van het Spaanse systeem, die tot woestijnvorming zou kunnen leiden. Water dat nodig is voor de landbouw wordt soms al vanuit de Pyreneeën getransporteerd.
Andalusië
Dit probleem doet zich des te meer voor in Andalusië, in het zuiden van het land, in bergachtige streken waar weinig regen valt en waar een groot deel van de olijventeelt van het land geconcentreerd is.
Andalusië, veruit de grootste olijfolieproducerende regio ter wereld, heeft zijn olijfgaarden in 2021 met 0,6 procent zien toenemen, tot 1.673.071 hectare, iets groter dan de Amerikaanse staat Connecticut. Ook in Castilla-La Mancha, de tweede grootste Spaanse regio voor de olijventeelt, is de groei iets groter, met een toename van het olijfbomenareaal met 1,3 procent tot 449.388 hectare.
Het zijn cijfers die boeren enthousiasmeren om steeds meer olijfolie te produceren. Maar toch gaat het hier om land dat steeds meer water vereist, terwijl steeds armere bodems nog meer worden gedegradeerd.
(lb)