Rekruteerders moeten met de inzet van artificiële intelligentie (AI) omzichtig omspringen. Sollicitanten reageren immers niet altijd onverdeeld positief op het gebruik van de technologie.
Dat blijkt uit een rapport van het wervingsbedrijf Carmichael Fisher en het West East Institute (WEI), gebaseerd op een enquête bij ruim honderddertig sollicitanten en een groep experts.
Uit de studie bleek dat een groot aantal kandidaat-medewerkers tegenover artificiële intelligentie een sterke argwaan koestert. De onderzoekers zeggen dan ook dat de inzet van de technologie mogelijk talentvolle kandidaten zal doen afhaken. Het probleem zou bovendien een negatieve impact op het imago van het bedrijf als werkgever kunnen hebben.
Persoonlijk
‘Het onderzoek toonde dat 90 procent van de sollicitanten tijdens het rekruteringsproces niet met geautomatiseerde wervingsinstrumenten te maken wil krijgen,’ zegt onderzoeksleider James Wright, consulent bij Carmichael Fisher.
‘Bovendien gaf 86 procent aan te willen dat zijn curriculum vitae niet door een machine, maar wel door een menselijk persoon zou worden behandeld. Daarnaast bleek dat 75 procent een negatieve mening heeft over werkgevers die tijdens het wervingsproces in grote mate van artificiële intelligentie gebruik maken.’
De onderzoekers stelden bij sollicitanten trouwens ook een aanzienlijke afkeer van video-interviews vast. ‘Video-interviews worden vaak als een alternatief gezien voor het curriculum vitae, maar de studie toont dat ook die technologie bij de sollicitanten weinig populariteit geniet,’ betoogt Wright nog.
‘Een op vijf respondenten erkende een hekel te hebben aan video-interviews. Bovendien zei 90 procent liever een persoonlijk gesprek dan een interactie met een robot aangeboden te krijgen.’
Toch nuttig
‘Hieruit blijkt duidelijk dat werkzoekenden een persoonlijke communicatie wensen,’ aldus nog Wright. ‘Werkgevers die op deze voorkeuren niet ingaan, dreigen dan ook schaars talent aan zich voorbij te zullen zien gaan.’
‘Artificiële intelligentie kan wel nuttig zijn om marktanalyses uit te voeren en potentiële fouten – zoals onbewuste vooroordelen – te corrigeren. Wanneer de interactie echter persoonlijker wordt, blijkt het gebruik van de technologie minder opportuun. Artificiële intelligentie heeft in de werving ongetwijfeld zijn plaats, maar blijkt de menselijke rekruteerder zeker niet overbodig te maken.’
