Key takeaways
- De overheidsschuld van de eurozone bereikte 88 procent van het bbp in het eerste kwartaal van 2025, een lichte stijging ten opzichte van het vorige kwartaal.
- Schuldpapier maakt een groot deel uit van de totale schuld in de eurozone en de EU.
- Griekenland, Italië, Frankrijk, België en Spanje hebben de hoogste schuld/bbp-ratio’s van alle EU-lidstaten.
De overheidsschuld van de eurozone steeg tijdens het eerste kwartaal van 2025 tot 88 procent van het bbp. Dat is een lichte stijging ten opzichte van eind 2024 (87,4%). Een soortgelijke trend werd waargenomen in de EU, waar de ratio steeg van 81 procent naar 81,8 procent.
Schuldpapier maakt grootste deel uit van overheidsschuld
Als we het eerste kwartaal van 2025 vergelijken met dezelfde periode in 2024, hebben zowel de eurozone als de EU een stijging van hun schuld/bbp-ratio gezien. Dat meldt het Europese statistiekbureau Eurostat.
De samenstelling van de overheidsschuld is grotendeels consistent gebleven in de eurozone en de EU. Schuldpapier maakte een groot deel uit (84,2% in de eurozone en 83,6% in de EU), gevolgd door leningen (respectievelijk 13,3% en 13,9%) en contanten en deposito’s (respectievelijk 2,6% en 2,5%).
België behoort tot vijf EU-landen met hoogste schuldquote
Kwartaalgegevens over intergouvernementele leningen (IGL) worden gepubliceerd om de deelname van regeringen van EU-lidstaten in leningen aan andere lidstaten te belichten. Aan het einde van het eerste kwartaal van 2025 bedroeg de IGL 1,4 procent van het bbp in de eurozone en 1,2 procent in de EU.
Griekenland (152,5 procent), Italië (137,9 procent), Frankrijk (114,1 procent), België (106,8 procent) en Spanje (103,5 procent) hadden in het eerste kwartaal van 2025 de hoogste schuld/bbp-ratio van alle EU-lidstaten. Daarentegen hebben Bulgarije (23,9 procent), Estland (24,1 procent), Luxemburg (26,1 procent) en Denemarken (29,9 procent) de laagste verhoudingen.
Schulden stegen in zestien EU-landen in eerste kwartaal 2025
Bij een vergelijking van het eerste kwartaal van 2025 met het voorgaande kwartaal zagen zestien lidstaten hun schuldquote stijgen, terwijl tien een daling lieten optekenen en Tsjechië stabiel bleef.
Oostenrijk en Slowakije gaan aan kop met de grootste stijgingen (elk +3,5 procentpunt), gevolgd door Slovenië (+2,9 pp), Italië (+2,5 pp), Litouwen (+2,4 pp), Polen (+2,2 pp) en België (+2,1 pp). Ierland (-3,7 pp), Letland (-1,2 pp) en Griekenland (-1,1 pp) lieten de grootste dalingen zien.
Vergeleken met het eerste kwartaal van 2024 zagen dertien lidstaten hun schuld/bbp-ratio stijgen, terwijl twaalf een daling lieten zien. Slovenië en Estland bleven stabiel.
Polen (+6,1 pp), Finland (+5,1 pp), Oostenrijk en Roemenië (elk +4,1 pp), Frankrijk (+3,6 pp), Italië (+2,9 pp), Slowakije (+2,6 pp) en Zweden (+2,0 pp) kenden de grootste stijgingen. Griekenland (-9,3 pp), Cyprus (-8,2 pp), Ierland (-6,1 pp), Kroatië (-3,6 pp), Denemarken (-3,2 pp), Spanje (-2,8 pp) en Portugal (-2,7 pp) noteerden de grootste dalingen.
(ns)

