België doet zijn reputatie van belastingkampioen ook in het coronajaar 2020 eer aan. Zowel singles als tweeverdieners worden nergens zo zwaar belast als in ons land, zo blijkt uit de jaarlijkse vergelijking door denktank OESO.
De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling berekende voor elk van haar lidstaten de belastingdruk op arbeid. Daarbij kijkt de OESO vooral naar de loonwig of ’tax wedge’: het verschil is tussen de loonkosten die de werkgever betaalt en het nettoloon dat de werknemer overhoudt.
Alleenstaanden
Voor een alleenstaande werknemer zonder kinderen is die loonwig nergens zo wijd als in België. De loonwig kwam vorig jaar uit op 51,5 procent voor singles in België. Het gaat om de som van de werkgevers- en werknemersbijdragen en de inkomensbelastingen.
Concreet bij een gemiddeld brutoloon van 47.720 euro:
- De werknemer houdt, na aftrek van 18.331 euro aan werknemersbijdragen en inkomensbelastingen, 29.389 euro netto over.
- De werkgever betaalt bovenop het brutoloon nog de werkgeversbijdrage van 12.930 euro, wat de totale loonkosten op 60.650 euro brengt.
- De loonwig is de som van 18.331 euro (wat de werknemer afdraagt) en 12.930 euro (wat de werkgever afdraagt), of in totaal 31.261 euro. Dat is 51,5 procent van de totale loonkosten.
- Of nog: meer dan de helft van wat de werkgever betaalt, gaat naar de staat of de sociale zekerheid.
België is het enige land met een loonwig boven 50 procent. Nummer twee Duitsland komt uit op 49 procent. Aan het andere uiterste van het spectrum vinden we Colombia (0 procent) en Chili (7 procent).
De in België nadelige behandeling van singles valt op in een vergelijking met een gehuwd koppel met 1 inkomen (en 2 kinderen). Voor die categorie is de loonwig in België ‘slechts’ 34,9 procent, wat goed is voor een zesde plaats in de OESO-ranking. Koploper in die categorie is Turkije.
Deze grafiek van de OESO geeft voor elk land de loonwig aan voor beide categorieën.
Tweeverdieners
De OESO deed ook de oefening voor tweeverdieners met twee kinderen. De winnaar? Alweer België, met een loonwig van 43,4 procent. Alleen Italië, Frankrijk en Duitsland komen in de buurt.
Het OESO-rapport komt toevallig uit net nu er in België een verhit debat is losgebarsten over de loonkosten en de ruimte voor opslag.