De Britse oliereus Royal Dutch Shell maakte maandagavond bekend dat het tussen de 2,9 en 3,7 miljard euro aan olie- en gasactiviteiten gaat afschrijven. Dat brengt de totale afwaarderingen die de ‘supermajor’ doorvoert op 18 miljard euro.
De aankondiging is een reactie op een stevige waardevermindering van Shells olieplatform Appomattox in de Golf van Mexico. Dat boorplatform zou één van Shells grootste producerende centrales worden in de diepzee, maar blijkbaar zijn er ‘problemen onder het aardoppervlak’. Waarschijnlijk zit er dus minder olie dan gedacht, of is het moeilijker om het naar boven te halen. Het is alleszins een fameuze streep door de rekening van het oliebedrijf met de duale structuur.
Shell moest ook enkele raffinaderijen sluiten, en het heeft te maken met enkele verlieslatende contracten voor vloeibaar aardgas.
Zwaar jaar
De coronacrisis en de lage olieprijzen van het afgelopen jaar hebben er zwaar ingehakt bij het Brits-Nederlandse bedrijf. In April moest de oliereus in zijn dividend snijden, voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog. In het tweede kwartaal leed het bedrijf zijn grootste nettoverlies ooit. In september raakte bekend dat er wereldwijd 7.000 tot 9.000 banen zullen geschrapt worden.
Met de afschrijvingen die Shell deze zomer al doorvoerde, acht het olie- en gasconcern zichzelf intussen al 18 miljard euro minder waard dan in het begin van het jaar.