De seksindustrie wordt meestal bekeken vanuit een aantal hardnekkige stereotypes. Dat is de conclusie van een onderzoek van wetenschappers aan de University of Birmingham en de University of Lancaster over meer dan 27.000 online advertenties van sekswerkers.
De onderzoekers wijzen erop dat de seksindustrie meestal nog altijd wordt beschouwd als een sector waarin vrouwen diensten verstrekken aan mannen, terwijl in Groot-Brittannië in werkelijkheid meer dan twee derde van de seksadvertenties gericht is op een vrouwelijk publiek.
De wetenschappers wijzen er dan ook op dat ook het beleid van de overheid over de seksindustrie vaak vanuit een verkeerde basis vertrekt.
“Er wordt vaak onterecht verondersteld dat de seksindustrie nagenoeg exclusief functioneert dankzij mannen die bij vrouwen betaalde seks willen kopen,” stippen de onderzoekers aan. “Daarmee wordt de sector echter nog altijd met verouderde percepties benaderd.”
Uit het onderzoek bleek onder meer dat meer dan één op drie seksadvertenties worden geplaatst door mannelijke of transseksuele sekswerkers. Tevens bleek dat twee op drie advertenties gericht zijn op een vrouwelijk publiek.
Ook diende te worden vastgesteld dat minder dan de helft van de sekswerkers zichzelf als heteroseksueel omschrijft. De onderzoekers stelden verder vast dat 40 procent diensten voor gehandicapte klanten aanbiedt.
Slachtoffer en predator
De leeftijd van de sekswerkers bleek te variëren tussen achttien en éénennegentig jaar. De meerderheid situeert zich echter in de leeftijdsgroep tussen vijfentwintig en negenentwintig jaar. Ook werd vastgesteld dat mannelijke escorts meestal lagere tarieven aanrekenen dan hun vrouwelijke of transseksuele collega’s.
Transseksuelen bleken het meest geneigd te zijn om bijzonder hoge prijzen te vragen. Onderzoeker Nicola Smith, professor sociale wetenschappen aan de University of Birmingham, zegt dat de resultaten van de studie duidelijk maken dat ook het beleid bij de benadering van de sector vanuit totaal verkeerde premissen vertrekt.
“In Groot-Brittannië gaat de overheid er nog altijd vanuit dat de vrouw het seksuele object is, terwijl de man als de vragende partij moet worden bestempeld,” benadrukken de onderzoekers. “In de seksindustrie wordt de vrouw daarmee het slachtoffer, terwijl de man als de predator wordt gecatalogeerd.”
“Die benadering zou bij een restrictief beleid eisen dat de aankoper van seksuele diensten moet worden vervolgd, terwijl de verkoper ongemoeid zou moeten worden gelaten. Het onderzoek toont echter duidelijk aan dat er in de hedendaagse seksindustrie gewag moet worden gemaakt van een diversiteit van identiteiten en praktijken. Met die complexe structuur moet ook het beleid rekening houden.” (mah)