Het verdrag van Montreux bepaalt dat Turkije oorlogsschepen kan verbieden te varen door de zeestraten die de Zwarte Zee verbinden met de Middellandse Zee. Kort na de invasie van Oekraïne werden de straten afgesloten voor oorlogsbodems. Maar nu lijkt Rusland, met behulp van een ‘undercover’ transportschip, dat verdrag met de voeten te treden.
In de nacht van 24 op 25 augustus voer de Sparta II, een Russisch roll-on-roll-off-ship, onder de drie Bosporus-bruggen door. Het schip lichtte op 20 augustus het anker in de haven van Tartus, een Syrische havenstad waar Rusland een overzeese militaire marinebasis heeft. Na een trip door de Middellandse Zee, de Dardanellen, de Zee van Marmara, de Bosporus en de Zwarte Zee, kwam het schip uiteindelijk op 27 augustus aan in de Russische havenstad Novorossiysk. Dat leert data van MarineTraffic, een tracking-website van schepen.
Tot nu toe niets vreemd: de doortocht van de Turkse zeestraten is voor elk goederenschip, passagiersschip of plezierjacht toegelaten. Een uitzondering zijn echter de militaire schepen: in vredestijd wordt het aantal oorlogsschepen dat zich tegelijk in de zeestraten bevindt beperkt, en Turkije heeft de macht om bij oorlogstijden de straten af te sluiten voor oorlogsbodems. Dat werd in 1936 op papier gezet in de Zwitserse stad Montreux.
Verdrag stuurt Russische plannen in de war
Het verdrag van Montreux werd destijds ondertekend door alle landen met een kustlijn en havens aan de Zwarte Zee, aangevuld met de grootste zeemachten van die tijd: de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Japan. Ook de Sovjet-Unie was ondertekenaar, en toen die vervelde in het Rusland van nu bleef de handtekening gewoon geldig. Kort na de Russische invasie van Oekraïne besliste Turkije dan ook om oorlogsschepen te verhinderen nog meer Russisch oorlogsmaterieel naar de Zwarte Zee te transfereren: op 27 februari werden de zeestraten afgesloten voor militaire schepen. De website Bosphorus Naval News, dat de passages van militaire schepen door de Bosporus monitort, noteerde de laatste Russische doorvaart op 17 februari.
Rusland lijkt dat verdrag nu echter in de wind te slaan, of er toch op z’n minst lichtjes mee om te gaan. Zo zou Rusland civiele schepen gebruiken om toch militair materieel, in de vorm van munitie, wapens, maar ook raketsystemen of tanks, richting het Russische vasteland te verschepen. Eén zo’n schip is de Sparta II, in handen van het bedrijf Oboronlogistika; een transportfirma beheerd door het Russische ministerie van Defensie.
Het schip zelf staat ook op de Amerikaanse sanctielijst: de crew aan boord zijn vaak gewone burgers, maar de VS heeft sterke vermoedens dat de vracht regelmatig een militair doel heeft. Ook nu zijn die vermoedens er. Enkele dagen voor het vertrek van het schip uit Tartus, kon worden waargenomen hoe Russische troepen S-300 raketsystemen op de pier plaatsten. De systemen werden vermoedelijk ingezet in het Syrische Masyaf, waar ze in mei gebruikt zouden zijn om te schieten op enkele Israëlische F-16’s.
Raketten naar het front?
Nu zouden dit de systemen zijn die op de Sparta II werden geladen. Hierna reisde het schip af naar Novorossiysk, een haven vlak aan de Kerchbrug, die de geannexeerde Krim verbindt met het Russische vasteland. De raketsystemen moeten dienen om de brug te beschermen tegen aanvallen, of ze worden door Rusland richting het front gebracht. Dit schrijft H I Sutton, een militair analist, in een bijdrage aan Naval News.
De S-300’s zijn ietwat verouderde raketsystemen, die nog uit de Sovjettijd stammen. Ze zijn minder krachtig dan de S-400, de opvolger die grotere raketten kan afvuren, maar tonen zich in het Oekraïneconflict desondanks nog bijzonder nuttig. Rusland bezat aan het begin van het conflict zo’n 2.000 systemen, die worden gebruikt om vijandige vliegtuigen en drones uit de lucht te schieten. Op 8 juli beweerde Vitaly Kim, de Oekraïense gouverneur van de oblast Mykolaiv, dat Rusland de systemen ook zou gebruiken om gronddoelen te raken.
(lb)