Mijnbouwer Rio Tinto heeft in West Australië met de autochtone bevolkingsgroepen een akkoord gesloten over maatregelen om het historisch erfgoed van de regio te beschermen. Dat heeft het concern aangekondigd.
De overeenkomst moet helpen vermijden dat de activiteiten van de mijnbouwer historische sites van de autochtone populatie van het gebied zouden kunnen beschadigen of vernielen, zoals twee jaar geleden het geval was.
Overleg
Rio Tinto stelde in de regio Pilbara in West-Australië over zijn activiteiten een overeenkomst te hebben gesloten met de Yinhawangka, een lokale bevolkingsgroep.
Rio Tinto is in het gebied onder meer actief met de ontginning met ijzererts, maar stelt dat het nieuwe akkoord het sociale en culturele erfgoed van de Yinhawangka tegen de gevolgen van die operaties moet beschermen.
Ook lokale milieukwesties en de planning van nieuwe ontginningen zullen volgens Rio Tinto samen met vertegenwoordigers van de Aboriginals worden genomen.
“We beseffen dat we deze problematiek in het verleden niet altijd goed hebben behandeld”, benadrukt Simon Trott, hoofd van de divisie ijzererts van Rio Tinto. “We hebben inmiddels echter veel bijgeleerd. We zullen in de toekomst dan ook steeds naar een optimale samenwerking met de autochtone bevolking streven.”
Veto
Aanzet voor de koerswijzingen was een zwaar incident twee jaar geleden toen Rio Tinto voor de start van een nieuwe ontginning een historische site van de Aboriginals opblies. Daarbij zou onder meer een heiligdom van ruim 46.000 jaar oud zijn vernield.
Nochtans zouden verantwoordelijken van Rio Tinto ervan op de hoogte zijn geweest dat de site voor Aboriginals een groot historisch en cultureel belang had.
De vernietiging van de site leidde tot grote protesten tegen de activiteiten van het mijnbouwbedrijf. Uiteindelijk zouden drie topmanagers, waaronder voormalig chief executive Jean-Sébastien Jacques, verplicht worden op te stappen.
Het incident leidde tevens tot een nationaal onderzoek naar de manier waarop mijnbouwers cultureel belangrijke sites beheerden. Daarbij werd aanbevolen dat aan Aboriginals het recht zou worden gegeven om tegen een ontwikkeling van mijnactiviteiten op hun traditionele gronden een veto uit te spreken.
(am)