De Vlaamse overheid kreeg kritiek over de aanpak van consultancyopdrachten. Volgens het Rekenhof is dat niet geheel onterecht.
- Al eerder bleek dat de Vlaamse administraties nogal graag dure consultancybureaus onder de arm nemen, om delen van hun taken uit te voeren. In juni vorig jaar ontstond daar een hele heisa over in het Vlaams Parlement. Daarbij werd met allerlei bedragen gegoocheld: eerst was het 1,5 miljard euro, maar dat was vooral voor IT-kosten. Daarna bleek het toch 636,5 miljoen, en finaal ‘maar’ 42 miljoen voor de vier grote consultancy-kantoren.
- Nu brengt het Rekenhof een kritisch rapport: er zijn wel degelijk toch wat problemen met de vlotte manier waarop de Vlaamse overheid die consultants inschakelt. Een steekproef bij 200 facturen leverde een pak onzorgvuldigheden en slordigheden op. Onder meer over hoe de Vlaamse overheid de selectie- en gunningscriteria telkens vastlegde. Dat is nochtans nodig om de vrije markt niet te verstoren. Ook zorgvuldige controle op het werk liet te wensen over.
- “Soms konden entiteiten de opgevraagde dossierstukken niet meer terugvinden. Dat raakt aan de transparantie van de plaatsingsprocedure en bemoeilijkt de interne beheersing en externe controle”, zo schrijft de overheidswaakhond in haar rapport, volgens Belga.
- Het Rekenhof gaf wel wat duiding bij de cijfers: geen van de drie klopt. Die 1,5 miljard was “een overschatting”, de 636,5 miljoen is dan weer niet juist omdat het een mix van allerlei cijfers en verschillende rekenmethodes is, en 42 miljoen was de factuur voor één jaar, niet voor de hele regeerperiode.
- Eén conclusie dus, voor de Vlaamse regering: er is nood aan een eenvormige definitie van wat nu consultancy is, en wanneer men een kost onder die post boekt.