Negen maanden na zijn aantreden mag de Roemeense premier Florin Cîțu (PNL) zijn biezen al pakken. Begin september ontstonden de eerste barstjes in de coalitie en vervolgens stapte de liberale USR-Plus uit de regering. Na een maand minderheidsregering wordt ook die nu uit haar ambt ontzet.
Regering van tweede grootste economie in Oostblok valt na interne twisten en motie van wantrouwen
Waarom is dit belangrijk?
Roemenië is een belangrijke economische macht binnen Europa. Als 49e economie ter wereld en de 14e grootste economie binnen Europa heeft wat in Roemenië gebeurt ook een zeker impact op de Europese Unie.281 parlementsleden stemden voor de motie van wantrouwen. De socialistische SPD vraagt zo snel mogelijk nieuwe verkiezingen. Premier Cîțu houdt alle opties voorlopig open, inclusief een minderheidsregering. Het land heeft nog enkele dringende dossiers aan te pakken, zoals het afhandelen van de coronacrisis en de stijgende energiefactuur, zoals in heel Europa.
Anghel Saligny
De Roemeense regering werd tot 1 september gevormd uit de centrum-rechtse PNL van premier Cîțu, het liberale USR-Plus en UDMR, die de Hongaarse minderheid in Roemenië vertegenwoordigt. Na 8 maanden kwam aan die coalitie al een einde.
Op 1 september werd minister van Justitie Stelian Ion (USR-Plus) uit zijn ambt ontzet door de premier. Aanleiding was zijn veto tegen het Anghel Saligny plan, een plan om de lokale ontwikkeling in Roemenië te stimuleren. Hiervoor werd vijftig miljard lei, of zo’n tien miljard euro, opzij gezet. USR-Plus is het niet eens met dit plan, aangezien op die manier lokale zwaargewichten macht kunnen winnen.
Na het ontslag van Ion diende USR-Plus, samen met oppositiepartij AUR, een motie van wantrouwen in tegen de premier. Op 7 september stapten alle USR-Plusministers uit de regering, waarna Cîțu een minderheidscoalitie van PNL en UMDR leidde.
De val
Die minderheidsregering was ook geen lang leven beschoren. Na het vertrek van USR-Plus vlogen de verwijten over en weer: tussen de verschillende partijen, tussen regering en parlement, en zelfs tussen partijgenoten onderling. Zo zou de premier Ludovic Orban, Kamervoorzitter, partijgenoot en concurrent voor het partijvoorzitterschap, en Senaatsvoorzitter Anca Dragu willen laten ontslaan als ze het indienen van de motie goedkeuren.
Het niet-naleven van de grondwet werd gedurende september het voornaamste discussieonderwerp. Uiteindelijk werd op 5 oktober gestemd over de motie van wantrouwen. Nu is premier Cîțu aan zet om een nieuwe coalitie te vormen, of verkiezingen uit te roepen.
Lees ook:
- Elk Europees land worstelt met uit de pan swingende energieprijzen, maar aanpak is erg verdeeld
- “Oost-Europa is een vergeten economisch succesverhaal”
(evb)