Federaal formateur Bart De Wever (N-VA) wil uitpakken met een ingrijpende fiscale hervorming. Alleen blijft het tot op vandaag koffiedik kijken hoe die er zal uitzien. Het ultieme doel is om de belastingdruk voor de werkende Belg te verlagen. Jan Tuerlinckx, fiscaal advocaat bij Tuerlinckx Tax Lawyers, waarschuwt dat de fiscus daardoor op zoek zal gaan naar extra inkomsten in het buitenland. “De belastingdienst zal waarschijnlijk ook zijn pijlen richten op de maakindustrie en managementvennootschappen”, voegt hij eraan toe.
2024 loopt bijna op z’n einde. Daarom blikken we bij BusinessAM tijdens de laatste weken van 2024 samen met experts uit de financiële en economische wereld vooruit op het nieuwe jaar. Hoe zullen de Amerikaanse en Europese economie het doen in 2025? En wat mogen we verwachten van bitcoin en andere cryptomunten? Het zijn maar enkele vragen die we in deze reeks behandelen. Tot en met het einde van het jaar publiceren we elke week een interview.
Voor ons derde interview spraken we met Jan Tuerlinckx, fiscaal advocaat Tuerlinckx Tax Lawyers, over onder meer de fiscale plannen van formateur Bart De Wever.
Geïnteresseerd in meer? Lees hieronder de andere interviews uit onze eindejaarsreeks:
- CEO Finst: “2025 kan topjaar zijn voor bitcoin en andere cryptomunten als Trump zijn beloftes nakomt”
- Hoofdeconoom Nagelmackers: “De Verenigde Staten gaan in 2025 de economische motor van de ontwikkelde wereld blijven”
De onderhandelingsgesprekken tussen De Wever en zijn coalitiepartners zijn nog volop aan de gang. Hier en daar wordt er gefluisterd dat het de bedoeling is om tegen Kerstmis een regeerakkoord te hebben. Het is de bedoeling om de belastingen te verlagen voor wie werkt, maar de geplande fiscale hervorming zou al gereduceerd zijn van zo’n 10 miljard euro tot enkele miljarden euro’s. Hoe dan ook zal de komende regering voor elke euro extra die ze geeft aan de werknemers ergens anders een euro moeten vinden. Zo ligt er onder meer een meerwaardebelasting op tafel. “Dit is voornamelijk een symbooldossier”, merkt Tuerlinckx op. “Ik vrees dat zo’n belasting de staatskas niet echt zal spijzen.”
Fiscus richt zijn pijlen op maakindustrie en managementvennootschappen
De toekomstige regering zal dus ergens anders inkomstenbronnen moeten vinden. “We zien vandaag bijvoorbeeld al dat er strengere controles zijn op de gunstmaatregelen die de fiscus destijds heeft toegekend aan de maakindustrie, waaronder fiscale kortingen voor ploeg- en nachtarbeid. Dat zal in de loop van de volgende jaren alleen maar verergeren”, klinkt het. “Economisch is dit een zeer contradictorische aanpak, want de fiscus maakt het een sector die het vandaag al behoorlijk zwaar te verduren krijgt nog moeilijker. We zijn zelfs tot een punt gekomen dat sommige bedrijven uit de maakindustrie die fiscale extra’s niet langer aanvragen. Het sop is voor hen niet langer de kolen waard.”
Voor de managementvennootschappen ziet de toekomst er eveneens allerminst rooskleurig uit. De fiscus loopt immers heel wat inkomsten mis door zelfstandigen die vennootschappen oprichten. De eigenaars van een managementvennootschap betalen gemiddeld 35 procent belastingen, terwijl de gemiddelde belastingdruk voor loontrekkenden – inclusief werkgeversbijdragen – 60 procent bedraagt.
“Destijds hebben de beleidsmakers de vennootschapsbelasting laten zakken. Ze hebben toen als compensatie enkele schijnmaatregelen genomen om te voorkomen dat er massaal vennootschappen zouden worden opgericht. Maar die maatregelen waren niets meer dan een ‘kartonnen wandje’ dat werd opgezet”, klinkt het. “Nu is de kans groot dat de coalitiepartners de belastingdruk voor de vennootschappen gaan vergroten door onder meer de belastbare basis uit te breiden.”
De jacht op buitenlandse inkomsten
Ook wie bezittingen in het buitenland heeft, zal volgens Tuerlinckx de komende jaren meer in de gaten worden gehouden door de fiscus. “Er zijn verschillende wetgevende initiatieven die de voorbije jaren zijn genomen, maar nog niet op volle kracht draaien”, aldus de advocaat, die de Kaaimantaks als voorbeeld geeft. De regering heeft die belasting dit jaar verstrengd. Zo valt sinds 1 januari 2024 een besloten fonds onder de kaaimantaks indien meer dan 50 procent van de deelbewijzen van het fonds worden aangehouden door 1 familie of onderling verbonden personen.
De belastingdienst krijgt ook meer en meer tools tot zijn beschikking om na te gaan of we onder meer buitenlandse rekeningen hebben. Op OESO-niveau (de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) ontwikkelde men bijvoorbeeld de Common Reporting Standard (CRS), een standaard voor informatie-uitwisseling over bankrekeningen tussen landen. “De overheid belast liever buitenlandse bezittingen zwaarder dan de belastingdruk voor de inwoners te verhogen, en daarmee de eigen economie te schaden”, voegt Tuerlinckx eraan toe.
Creatieve manieren om extra belastingen te innen
“En de fiscus is soms heel creatief om inkomsten in het buitenland te vinden”, gaat Tuerlinckx verder. “Wie bijvoorbeeld een woning verhuurt in Frankrijk wordt niet in België belast op die inkomsten, omdat de Franse fiscus daar al een deel van afroomt. Ons land heeft daarover een dubbelbelastingverdrag afgesloten met Frankrijk. Toch zal de Belgische belastingdienst alsnog een deel van de inkomsten opeisen als je een bemeubelde woning verhuurt. Een deel van de opbrengsten wordt dan immers als roerend beschouwd, wat wel in eigen land belast wordt. Bovendien moet je het onroerend goed alsnog opnemen in de personenbelasting, waardoor je netto belastbaar inkomen kan toenemen. Dit is wederom een mooi voorbeeld van hoe de fiscus via allerhande technieken extra belastinginkomsten probeert te vinden.”
Hoewel zulke maatregelen worden genomen om de particulieren te beschermen tegen extra taksen, zullen zij waarschijnlijk niet volledig gespaard blijven van een belastingverhoging. Zo overweegt De Wever bijvoorbeeld om het btw-stelsel te hervormen, waarbij het tarief van 6 procent eventueel op de schop gaat. “De impact van zo’n wijziging zou veel groter zijn dan bijvoorbeeld een meerwaardebelasting”, merkt Tuerlinckx op.
Een inefficiënte belastingdienst
Tot slot hekelt Tuerlinckx de manier waarop de belastingdienst werkt. “Vandaag kunnen we niet spreken van een efficiënte en vlot bereikbare overheidsinstelling”, zegt hij. “Zelfs wanneer men, net zoals een bedrijf, efficiëntiemaatregelen proberen te nemen, hebben die doorgaans het omgekeerde effect. En ik vrees dat dat niet snel zal veranderen.”
De advocaat heeft onder meer over het zogenoemde basket-systeem, waarbij de taken automatisch worden toegewezen aan de ‘meest geschikte’ functionaris volgens bepaalde criteria. “En dat heeft in België al voor heel wat absurde situaties gezorgd. Zo kan het gebeuren dat een belastingplichtige het ene jaar gecontroleerd wordt door de ene belastingdienst en het daaropvolgende jaar door een andere. Daar komt nog eens bij dat die twee diensten niet altijd met elkaar communiceren over dossiers en soms een uiteenlopende visie op de zaken hebben, wat onduidelijke situaties kan creëren voor de burger. En daar wint niemand bij!”