De regering-Biden heeft de verkoop van 735 miljoen dollar aan precisiewapens aan Israël goedgekeurd. Dat meldt de Amerikaanse krant The Washington Post. De deal deed alarmbellen afgaan bij Democraten, die deel uitmaken van het verschuivende debat over de steun van de Amerikaanse regering aan de Israëlische regering van premier Benjamin Netanyahu.
The Washington Post meldde maandag dat de regering-Biden het Amerikaans Congres officieel op de hoogte bracht van de wapenverkoop aan Israël op 5 mei, enkele dagen voordat de Israëlische en Palestijnse strijdkrachten vorige week hun bombardementen op elkaar begonnen.
Veruit de meeste slachtoffers vielen aan Palestijnse kant. Naar verluidt kwamen er sinds het begin van de aanvallen vorige week bijna 200 Palestijnen om, meer dan 1.200 raakten gewond en tienduizenden raakten ontheemd.
Smart bombs
Hoewel de Amerikaanse regering heeft opgeroepen tot een onmiddellijk staakt-het-vuren, heeft ze gezegd dat Israël het recht heeft om zich tegen Hamas te verdedigen.
Een nieuwe generatie van Democraten staat echter meer open voor het in twijfel trekken van de steun van Washington aan Netanyahu. Sommige wetgevers willen meer weten over de nieuwe voorgestelde verkoop, en de timing ervan.
‘In de afgelopen week hebben de aanvallen van het Israëlische leger vele burgers gedood en het gebouw verwoest waarin persagentschap Associated Press was gehuisvest, een Amerikaans bedrijf dat verslag deed van de feiten in Gaza’, vertelde een Democratische wetgever in de Commissie Buitenlandse Zaken van het Huis van Afgevaardigden aan The Washington Post.
‘De voorgestelde verkoop van smart bombs door laten gaan zonder druk uit te oefenen op Israël om in te stemmen met een staakt-het-vuren zal alleen maar meer bloedvergieten mogelijk maken.’
Blinken
Opmerkelijk: de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken liet vandaag op een persconferentie weten dat de Verenigde Staten zich niet schaart achter oproepen voor een ‘onmiddellijk’ staakt-het-vuren tussen Israël en de Hamas-heersers in Gaza, nu de gevechten hun tweede week zijn ingegaan. Dat bericht Associated Press.
(evb)