De Bidenmania of het politieke humeur van de financiële markten

Dat de beurs sinds maart vorig jaar opveert, is vooral te danken  aan politieke beslissingen op budgettair, monetair en reglementair vlak. Het lijkt dus logisch dat de markten de politieke actualiteit van nabij volgen en op indicaties van een  koerswijziging van de overheid reageren. Indien, totaal  onverwacht, een budgettaire of monetaire verstrakking op de  politieke agenda zou verschijnen, dan valt een – zware – reactie  van de beurzen te verwachten. 

Tegelijkertijd wordt het gewicht van politieke gebeurtenissen  zoals “verkiezingen” of “referenda” vaak overdreven. Denk  bijvoorbeeld aan de onverwachte winst van Brexit op Remain  in juni 2016. De volgende dag zagen we een spectaculaire  terugval van de belangrijkste Europese indices: Frankfurt -7%,  Parijs -8%, Madrid en Milaan -12%. Alsof men er rationeel  vanuit kon gaan dat de winsten van beursgenoteerde bedrijven  permanent zoveel lager zouden liggen. 

Markten en politiek analyse 

Financiële markten zijn té gevoelig voor verkiezingen. Ze lijken  uit het oog te verliezen dat door allerlei beperkingen en  tegengewichten de effectief uitgevoerde veranderingen vaak  minder spectaculair zijn dan hetgeen beloofd wordt in de  slogans tijdens de campagnemeetings. Daarenboven blijkt al te  vaak dat de werkelijk uitgevoerde veranderingen de tand des  tijds niet doorstaan. Denk in ons land maar aan de ’terugkeer van het hart’ in België begin jaren ’90, die gevolgd werden door  de besparingen voor de introductie van de euro of aan de bocht  die Mitterand moest nemen midden jaren ‘80. 

In hun politieke analyse maken de financiële markten vaak een tweede fout door zich te vergissen in het positief of negatief  karakter van een bepaalde kandidaat of programma. Een ambitieuzere agenda op sociaal of milieuvlak zal  geïnterpreteerd worden als noodzakelijkerwijs negatief voor de  rendabiliteit van de ondernemingen, terwijl het best mogelijk is dat dit niet het geval is. 

Bidenmania 

Dat we het er hier over hebben, is omdat het er meer en meer op lijkt dat de Bidenmania ook Wall Street heeft veroverd. Dat de markten onder de indruk zijn van de nieuwe president is  begrijpelijk. Iedereen is het. Denken we onder andere maar aan: 

  • Het uitzonderlijke succes van de vaccinatiecampagne. Het a priori onhaalbare objectief van 100 miljoen vaccins in 100  dagen werd behaald in … 58 dagen! De staat kan efficiënt  zijn; 
  • De vastberadenheid in de steun aan de economie met een plan van USD 1900 miljard bovenop dat van USD 900  miljard van eind 2020; 
  • De ambitie om de overheidsuitgaven dynamischer te maken met een infrastructuurplan van USD 2000 miljard.  Infrastructuur die al te vaak verwaarloosd werd door een gebrek aan visie op middellange termijn; 
  • De wil om zich te haasten om te behouden wat er te  behouden valt op vlak van klimaat en biodiversiteit. Het  door Barack Obama in 2015 bepaalde objectief om de CO2-uitstoot te verminderen met ‘-26% tot -28%’ tegen 2025  wordt aangescherpt naar een daling met 50% tegen 2030; Daarnaast zette Joe Biden de VS opnieuw op het  internationale ecologische voorplan door middel van een virtuele top met belangrijke aankondigen met een  stimulerend effect voor zowel andere landen als bedrijven, in het bijzonder de financiële sector; 
  • De kordaatheid op geopolitiek vlak, tegenover China, Rusland maar ook tegenover andere landen zoals Turkije,  door het erkennen van de Armeense genocide, waarbij principes de voorrang krijgen op kortetermijnbelangen  (principes en menselijke kwaliteiten die ervoor zorgen dat hij niet neer zou hebben gezeten terwijl mevr. von der  Leyen moest blijven rechtstaan!); 
  • De bezorgdheid voor sociale cohesie: door de sociale oriëntatie van de relance maar ook door achter hogere  belastingen op bedrijfswinsten en meerwaarden bij particulieren te staan en door internationale  samenwerking agressieve fiscale optimalisatie bij  multinationals te beletten. 

De beurs en gemeenschappelijke goederen 

Voor de aandelenmarkten is in het bijzonder het laatste punt  rond de fiscaliteit van belang. Men zou zich hier verwachten  aan een negatieve reactie, omdat het onmiddellijk leidt tot een  daling van de winst na belasting. Niets was minder waar. De  Amerikaanse markt ging er sinds het begin van het jaar verder op vooruit. Dit is heuglijk nieuws voor twee redenen: ten eerste de hausse en daarnaast de reden waarom. Dat de markt stijgt  “ondanks” dergelijke maatregelen, is dat beleggers begrepen  hebben dat ze – op lange termijn – gunstig zijn voor de  economie.  

De economie heeft niets te winnen bij fiscale distorsies die een  competitief voordeel geven aan ondernemingen die hun  belastbare basis kunnen verschuiven naar minder belaste  jurisdicties. De beste moet winnen, niet diegene die geniet van  belastingvoordeel. De economie heeft niets te winnen wanneer de grootste bedrijven de middelen hebben om toekomstige  concurrenten op te kopen, want het ondermijnt de productiviteitswinsten van overmorgen. De economie heeft  niets te winnen bij ongelijkheid die de toegang tot hoger onderwijs of de sociale mobiliteit bemoeilijkt, die het  vertrouwen in de instellingen ondermijnt en die leidt tot onproductieve veiligheidsuitgaven. 

We weten dat het ‘sociale paradijs niet wordt gebouwd op een economische woestijn‘, en dit blijft zo, maar we zien op  vandaag dat de beurs begrijpt dat het omgekeerde ‘Men bouwt  geen economische welvaart op een sociaal of ecologisch  kerkhof’ ook waar is. De reactie van de markt op de eerste 100  dagen van Biden laat verhopen dat de collectieve  afhankelijkheid wordt aanvaard, dat wordt begrepen dat er een  convergentie is tussen de belangen van winst, sociale rechten en milieu en dat de gebruikelijke kloof tussen efficiëntie en billijkheid overbrugd kan worden. We zijn ervan overtuigd dat deze 100 dagen zich zullen bevestigen doorheen de tijd.


De auteur Etienne de Callataÿ is chief economist bij Orcadia Asset Management. Daarnaast geeft hij les aan de Universiteit van Namen, is hij voorzitter van de Société royale d’Economie politique de Belgique en lid van de Pensioencommissie.

Meer