De Brusselse beurs heeft vrijdag een stevige stap terug gezet. De stijgende rente deed de Bel20-index 2,29 procent lager sluiten op 3.761,99 punten. Vooral Proximus kreeg het zwaar te verduren.
Van de twintig aandelen die meetellen voor de berekening van de Bel20-graadmeter, eindigden er achttien in het rood. Proximus verloor 11,38 procent bij een slotkoers van 16,20 euro. De investeringen die het bedrijf plant, doen de volgende jaren de kosten oplopen.
CEO Guillaume Boutin probeerde tijdens de persconferentie over de jaarresultaten de blik van de beleggers naar de langere termijn te richten. Proximus is fors aan het investeren in een nieuw netwerk, dat veel geld kost. Maar, zo benadrukte de CEO, ‘we creëren aanzienlijke toekomstige waarde’.

Nu heeft die transitiefase een impact op de operationele kosten, maar vanaf 2022 belooft Boutin opnieuw groei. ‘We hebben dat altijd duidelijk zo gezegd, en we bevestigen die ambitie nu opnieuw.’
‘We zijn de juiste dingen aan het doen. We voeren de aangekondigde strategie uit’, zei Boutin. ‘Bepaalde beleggers vragen zich misschien af hoe het zit met het dividend. Gaan ze dat wel allemaal tegelijk kunnen, investeren in fiber, een IT-transformatie doorvoeren, de klantenbasis versterken door de migratie naar fiber, én ook nog een dividend betalen? Het antwoord is: ja, we kunnen dat. We hebben een extreem gezonde balans.’
Dividend
In 2020 vijzelde de onderneming haar nettowinst nog op van 373 miljoen euro naar 564 miljoen euro, ondanks een daling van de omzet met 3,6 procent tot 5,5 miljard euro. De aandeelhouders krijgen bovenop het voorschot van 0,50 euro dat ze al ontvingen nog een slotbetaling van 0,70 euro. Voor het lopende boekjaar en volgend jaar mikt het bedrijf op minstens 1,20 euro in totaal.