OPEC+ heeft vorige week beslist om de olieproductie met 2 miljoen vaten per dag te verlagen. Nu blijkt dat de olieproducerende landen die beslissing hebben genomen om de wereld ervan te weerhouden een prijsplafond voor Russische olie in te stellen, zoals de G7 heeft voorgesteld. Een dergelijk plafond zou een crisis op de markt kunnen veroorzaken, vrezen velen.
Een week na de aankondiging van de productieverlaging komt aan het licht waarom de leden van OPEC+ zo’n beslissing hebben genomen. De Indonesische minister van Financiën Sri Mulyani Indrawati (de archipel is overigens een voormalig lid van de organisatie) zei dat de maatregel er is gekomen in het licht van het prijsplafond voor Russische olie dat de G7 wil introduceren. Saoedische bronnen hebben hem verteld dat ze zich zorgen maken over het plafond, meldt het persagentschap Bloomberg.
Wat is er aan de hand?
De G7 wil op voorstel van Washington een prijsplafond instellen voor Russische olie. Rusland heeft al aangegeven dat het zo’n plafond zou weigeren en niet langer zou leveren aan de landen die dit plan volgen. Hierdoor zouden enorme hoeveelheden olie van de markt kunnen verdwijnen, waardoor de prijs van het zwarte goud wereldwijd sterk zou stijgen.
De OPEC is niet gekant tegen hogere prijzen (dat is een van de redenen om de productiedoelstelling te verlagen: om de prijzen hoog te houden in een context van dalende vraag), maar te hoge prijzen kunnen de vraag volledig vernietigen. Met de productieverlaging wil OPEC+ Europa ontmoedigen om via een prijsplafond geen verdere daling van de beschikbare olie te veroorzaken.
Bovendien heeft Saudi Aramco, de staatsoliemaatschappij van Saoedi-Arabië, gewaarschuwd dat er niet veel reservecapaciteit meer is om de wereldwijde olieproductie te verhogen als dat nodig is, meldt MoneyWise.
Het bedrijf geeft als voorbeeld een heropleving van de Chinese economie (een land dat regelmatig nog steden in lockdown plaatst om coronabesmettingen tegen te gaan), een algemeen herstel van de vraag indien de recessie minder erg is dan verwacht, of een stijging van de vraag naar vliegtuigbrandstof. “In dat geval ga je die reservecapaciteit uithollen, en moet de wereld zich zorgen maken. Er is geen ruimte voor verstoringen of onvoorziene gebeurtenissen waar ook ter wereld”, waarschuwde CEO Amin Nasser dinsdag op een conferentie in Londen.
Risico’s voor de wereldeconomie
Indrawati is ook geen fan van een prijsplafond. Zij vreest dat dit de wereldeconomie zal schaden, en de weg vrijmaakt voor meer van zulke sancties voor andere grondstoffen. Al maakt Indonesië zich ook schuldig aan dergelijke maatregelen. Na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne schoot de prijs van plantaardige oliën omhoog en verbood Indonesië, ’s werelds grootste producent van palmolie, de export van deze olie. Het land, dat beschikt over de grootste nikkelreserve ter wereld, heeft ook de uitvoer verboden van dit metaal, dat noodzakelijk is voor de energietransitie.
(ns/fjc)
