De wereld moet de volgende decennia een aanzienlijke schaarste aan wierook vrezen. Het bestand van de boswellia-bomen, die de grondstof voor de wierook leveren, dreigt immers gevoelig te zullen krimpen. Dat is de conclusie van een rapport van wetenschappers aan de Wageningen Universiteit, gebaseerd op een onderzoek bij nagenoeg tweeëntwintigduizend boswellia-bomen op drieëntwintig verschillende locaties in Oost-Afrika.
De onderzoekers zeggen dat onder meer de menselijke activiteit het boswellia-bestand de volgende vijftien jaar met 50 procent zal doen inkrimpen. Indien de huidige trends zich doorzetten, zouden de wereldwijde wierook-voorraden op twintig jaar tijd een halvering kunnen kennen.
Vee
“Wierook is al eeuwen een belangrijk onderdeel van allerhande ceremonies,” benadrukken de onderzoekers. “Het product is afkomstig van het melkachtige sap van boswellia-bomen. Men kan de bomen vooral aantreffen in Oost-Afrika en India. De producenten oogsten het sap door in de schors van de bomen kerven te maken.”
“Om wierook te verkrijgen, moet men de oogst vervolgens laten drogen. Daardoor ontstaan goudgele korrels, die kunnen worden verbrand of in parfums worden gemengd. Sinds enkele tijd zijn er echter signalen dat de oogst van het boswillia-sap onder steeds grotere druk geraakt.”
Er zijn volgens de onderzoekers verschillende verklaringen voor de problemen. “Enerzijds moet men een dreiging vaststellen van het vee dat in de boswellia-gebieden graast,” benadrukken ze. “De dieren vernielen daarbij jonge boswellia-planten. Het volwassen bomenbestand kent daardoor nog nauwelijks een nieuwe aangroei.”
“Daarnaast vormen ook bosbranden een grote bedreiging. Bovendien dreigen lokale boeren de resterende oppervlaktes plat te branden. Zij willen op de sites immers vaak nieuwe akkers aanleggen. In ruim 75 procent van de boomgaarden kan men hierdoor geen enkele jonge boom meer bespeuren. Er is al tientallen jaren geen sprake meer geweest van reproductie.”
Redding
“Er is echter ook sprake van een overproductie,” oppert onderzoeksleider Frans Bongers, professor milieuwetenschappen aan de Wageningen Universiteit. “De aftapping gebeurt te frequent. Daardoor krijgen de bomen geen tijd meer om zich te herstellen. Daardoor dreigt een uitdroging. De bomen raken ook meer gevoelig voor dodelijke ziektes.”
Hoewel het onderzoek zich toespitste op het bomenbestand in Ethiopië, Eritrea en Soedan, zou de situatie in India gelijkaardige problemen tonen. Professor Bongers werpt echter op dat het nog altijd mogelijk is een dreigende crisis af te wentelen. Dan moeten er volgens hem wel dringend beschermende maatregelen worden genomen.
“Omheiningen zijn nodig om de bomen tegen grazend vee te beschermen,” aldus de onderzoeker. “Bovendien moeten corridors worden aangelegd om te vermijden dat bij branden het vuur ook andere panden zou kunnen aantasten. Tenslotte zijn ook voor de oogst van het sap de introductie van conservatievere richtlijnen noodzakelijk.”