Het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie zegt geen volledige controlebevoegdheid te hebben over Bpost, nadat minister van Overheidsbedrijven Petra De Sutter (Groen) eerder verklaarde “dat bij het BIPT de expertise over postzaken veel minder aanwezig was dan over telecom”.
In het nieuws: De Sutter verklaarde dinsdag in de Kamercommissie over de zaak Bpost dat het BIPT “heel sterk is op telecomvlak, maar niet zo sterk als het over postzaken gaat”.
- De Sutter noemde dat “een van de zwakke punten in het dossier”.
- Ze verklaarde ook het BIPT “te willen versterken in zijn rol als regulator over postzaken” en vond dat “het BIPT de analytische boekhouding van Bpost moet controleren”.
De reactie: Het BIPT bevestigt aan Business AM dat het de “elektronische communicatiemarkt”, zeg maar telecom, inderdaad als “zijn belangrijkste bevoegdheid” ziet, met daarnaast de postmarkt, de radiofrequenties en de audiovisuele sector in Brussel als de andere domeinen.
Opmerkelijk: Voor een heleboel diensten die Bpost levert, zegt het BIPT niet bevoegd te zijn. Daar lijkt onduidelijkheid rond, zo maakt de waakhond op uit de hoorzitting.
“Onze bevoegdheid inzake de postmarkt mag niet verward worden met een controlebevoegdheid van alle activiteiten van de postale operator Bpost”, zo is de toezichthouder formeel.
“Alleen postzaken”
Concreet: Met de drie dossiers die recentelijk naar boven kwamen over waarschijnlijke prijsmanipulatie bij overheidsopdrachten door Bpost, zegt het BIPT helemaal niets te maken te hebben, want dat zijn geen postzaken.
“Het BIPT is nooit bevoegd geweest voor het verifiëren van de vergoedingen van de Staat aan Bpost voor de diensten verleend in het kader van contracten als deze inzake de inning van verkeersboetes, de verzending van nummerplaten of het beheer van “679”-bankrekeningen. Het BIPT is op geen enkel moment betrokken bij de berekeningen, de audit of de betaling van de vergoeding van die taken.”
Plus: Ook wat betreft het (zevende) beheerscontract tussen de overheid en Bpost zegt de toezichthouder een beperkt vizier te hebben. “De rol van het BIPT in het kader van de verificatie van de goede uitvoering van het beheerscontract, is gefocust op specifieke verplichtingen van Bpost die vooral betrekking hebben op de kwaliteit en de tevredenheid van de klanten.”
Postzegels
Ook een gevoelig dossier: Wat betreft een van de meest zichtbare producten van Bpost en wel een overduidelijk postproduct, de postzegel, is de macht van het BIPT dan weer ingeperkt door de postwet van 2018.
- Bpost verhoogde begin dit jaar de prijs voor een non-prior postzegel in een klap met bijna 17 procent en de prijs van een priorzegel met bijna 15 procent.
- Het BIPT bevestigde in de aanloop dat die verhogingen kloppen met de postwetgeving, die zelfs prijsstijgingen tot bijna 30 procent toelaat, maar toch aan de hoge kant waren.
- “Door dergelijke forse prijsstijgingen kan Bpost, ondanks sterke volumedalingen, hoge marges blijven genereren op het kleingebruikerspakket”, stelde de toezichthouder vast. “Deze verhogingen zullen took het prijsverschil ten opzichte van de buurlanden verder vergroten.”
- De Sutter bevestigde dinsdag in de Kamer “de beperkte slagkracht” van het BIPT over de postzegelprijs en zei bereid te zijn dat te herbekijken. “Maar dat is iets dat van de vorige legislatuur dateert en waar wij niet hebben op ingegrepen.”
- “Uiteraard hebben wij wel discussies over de prijs van de postzegels bij Bpost”, ging ze verder. “Dat moet verantwoord worden volgens een bepaalde formule uit de wet van 2018. En inderdaad, het BIPT heeft geen mogelijkheden om dat te overrulen.”
Nog dit: De Sutter is minister van Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post. Het BIPT valt echter niet onder haar bevoegdheid, maar werd bij de regeringsvorming toegewezen aan staatssecretaris voor Digitalisering Mathieu Michel (MR).
