De Markit Purchasing Managers Index voor de eurozone, een graadmeter van de economische activiteit in de privésector, kende in maart zijn grootste daling in zes jaar.
De index geeft een beeld van de industrie en de dienstensector in de eurozone. Hij wordt samengesteld op basis van de bevraging van inkopers in grote bedrijven. Gevraagd wordt naar productie, nieuwe bestellingen, exportbestellingen, werkgelegenheid, levertijden, voorraden etc.
Alles boven de 50 punten wijst op economische groei. Alles onder de 50 punten wijst op een krimp van de economie.
Wordt Duitsland het probleem van de eurozone?
De eurozone klokt af op 47,5 en scoort daarbij zijn slechtste resultaat in zes jaar. Vooral de erbarmelijke score van Duitsland valt op. Met 44 halen de Duitsers hun slechtste score in ruim 80 maanden. Jarenlang was de Duitse economie de motor van de eurozone. Maar net dat lijkt nu het probleem te worden. Duitsland krijgt het namelijk steeds moeilijker om zaken aan China te verkopen. Daarom had ook de OESO de groeiverwachting voor de Duitse economie voor 2019 vorige maand al gehalveerd.
Ook Italië (47 – slechtste score in 70 maanden), Oostenrijk (50 – slechtst score in 48 maanden) en Nederland (52,5 – slechtste score in 33 maanden) zien hun PMI aanzienlijk dalen. Griekenland is dan weer de uitzondering die de regel bevestigt. Met een PMI van 54,7 zetten de Grieken hun beste prestatie in 12 maanden neer.
Grootste verrassing? Het VK…
De grootste verrassing komt van over het Kanaal. Het VK zet met een PMI van 55 zijn beste score in 13 maanden neer. De Britten doen daarmee 3 punten in vergelijking met februari. Maar die plotse opstoot van activiteit heeft een minder gunstige reden. De toename in de aankopen is een gevolg van het aanleggen van belangrijke stocks in de aanloop naar de Brexit. Bedrijven nemen dus het zekere voor het onzekere en leggen grote voorraden aan.