Paradox: Duitsland zet in op waterstof om zijn uitstoot te verminderen, maar dit dreigt de opwarming van de aarde te versnellen

Duitsland gaat de wereld rond om zijn waterstofvoorziening veilig te stellen. Maar een nieuwe studie doet twijfel rijzen over de wijsheid van deze massale toevlucht tot de energiedrager. Zo zou waterstof een enorme invloed hebben op de opwarming van de aarde, en het is vooral tijdens het vervoer ervan dat het gas ontsnapt in de atmosfeer.

Een recente studie doet veel stof opwaaien. Waterstof wordt gezien als een oplossing voor de opwarming van de aarde; als alternatief voor aardgas. Maar in werkelijkheid warmt waterstof de atmosfeer tot 11 keer meer op dan CO2, over een periode van 100 jaar – twee keer zoveel als eerder geraamd. Over 20 jaar is het effect 33 keer zo groot.

Toch is waterstof in opmars, vooral in Duitsland. Het land is sterk afhankelijk van Russisch gas en wil zich daarvan bevrijden. Duitse ministers reizen de wereld rond om de waterstofvoorziening veilig te stellen: zo werden in dat kader reeds overeenkomsten ondertekend met Australië en de Verenigde Arabische Emiraten (VAE). Ook werd begin april een conferentie gehouden op het ministerie van Buitenlandse Zaken, waar enkele toezeggingen werden gedaan, weet Euractiv. Een openbare Duitse vereniging, H2Global, tot doel de wereldwijde handel in waterstof te ondersteunen. H2Global heeft een budget van 900 miljoen euro, dat rechtstreeks uit de overheidsbegroting komt.

Stimulans voor de opwarming van de aarde?

Zoals uit deze studie van de Britse regering blijkt, heeft waterstof een veel grotere invloed op de opwarming van de aarde dan eerder werd gedacht. Waterstof alleen draagt als broeikasgas niet bij tot de opwarming van de aarde. Maar met zijn aanwezigheid blijven andere gassen langer in de atmosfeer, vooral methaan. Het vormt ook ozon of water, afhankelijk van in welke laag van de atmosfeer het zich bevindt, waardoor de temperatuur ook stijgt.

Elders is de productie van blauwe waterstof (verkregen via methaanscheiding, waarbij het methaan moet worden “afgevangen”) veel vervuilender dan eerder werd gedacht: er wordt veel minder koolstof afgevangen dan werd berekend, zoals bleek uit een onderzoek in een Shell-fabriek in de VS.

Het “opwarmende” effect van waterstof treedt op wanneer het gas ontsnapt in de atmosfeer. Dit is zeer waarschijnlijk: uit een ander onderzoek van de Britse regering blijkt dat bij het vervoer van waterstof (in vloeibare vorm, per vrachtwagen) 13,2 procent van het gas ontsnapt. Ter vergelijking: bij het vervoer van methaan ontsnapt tussen 0,5 en 3 procent van het gas. Dat berekende Falko Ueckerdt, een klimaatonderzoeker aan het Potsdam-Instituut, die werd geciteerd door Euractiv. Het probleem is dat waterstofmoleculen kleiner zijn dan methaanmoleculen, zodat ze gemakkelijker lekken.

En hier wringt het schoentje: als Duitsland (en andere landen, waaronder België, dat ook geneigd is steeds meer waterstof te gebruiken) zijn waterstof uit de hele wereld importeert – en het probleem van lekkage niet wordt aangepakt – zou de opwarming van de aarde een flinke impuls krijgen.

Oplossingen

De wereldhandel in waterstof staat nog in de kinderschoenen. Verwacht wordt dat die pas rond 2025 echt van de grond zal komen. Tot dusver werd bijvoorbeeld slechts één transport van vloeibare waterstof per schip genoteerd. De uitputting van waterstof is ook een economische uitdaging: waterstof is duur, en de industrie zou waarschijnlijk niet graag zien dat er een deel van tijdens het vervoer verdampt. Daarom zal zij waarschijnlijk oplossingen willen vinden om dit te vermijden.

Een andere oplossing, die vaak door deskundigen wordt voorgesteld, is de bouw van kleine productie-installaties (elektrolysers genaamd) in de nabijheid van de industrieterreinen die deze nodig hebben (voor ammoniak, verwerking van ijzererts of brandstofcellen), en op die manier de waterstof via pijpleidingen over te brengen.

(lb)(jvdh)

Meer