De huidige situatie van onze overheidsfinanciën valt beter mee dan eerder gevreesd. Maar dat is geen reden voor euforie. De budgettaire situatie blijft ronduit dramatisch, en de vooruitzichten verontrustend. De volgende legislatuur worden pijnlijke saneringsinspanningen onvermijdelijk.
Staatssecretaris voor begroting, Alexia Bertrand, gaf vorig weekend aan dat ze de negatieve sfeer rond de begroting onterecht vindt. Ze kan dat uiteraard vinden. De jongste begrotingscijfers zijn ook effectief beter dan eerder gevreesd. En de staatsecretaris wil in de begrotingsbesprekingen dit najaar een volgend stapje in de goeie richting zetten. Dat beter dan verwacht is evenwel zeer relatief. Volgens de jongste ramingen van het monitoringcomité zou deze legislatuur afsluiten met een totaal begrotingstekort van 4,1% van het bbp, of 24 miljard. En zonder ingrepen zal dat tekort de volgende legislatuur terug oplopen naar meer dan 5% van het bbp. De toestand van onze overheidsfinanciën blijft dan ook ronduit dramatisch.
Extra facturen
Bovenop dat miljarden tekort liggen voor de volgende legislatuur nu al belangrijke extra facturen klaar. De vergrijzing van de bevolking komt nu volop op toerental en zorgt de komende jaren voor extra uitgaven voor pensioenen en gezondheidszorg. Zelfs in een gematigd optimistisch scenario zullen de jaarlijkse overheidsuitgaven voor pensioenen en zorg aan het einde van de volgende legislatuur 7,5 miljard in euro’s van vandaag hoger liggen dan aan het begin van de legislatuur.
Daarnaast zorgt ook de kentering in de rente voor een moeilijker budgettair klimaat. Dankzij de dalende marktrentes konden Belgische overheden 30 jaar lang ‘genieten’ van dalende rentelasten op de overheidsschuld. Dat betekende dat er elk jaar budgettaire ruimte vrijkwam (zonder dat de overheid daar iets voor moest doen) doordat er relatief minder rente betaald moest worden op die schuld. Met die extra ruimte konden dan nieuwe initiatieven gefinancierd worden of eerdere putten gedempt worden. Dat is nu voorbij. De marktrente op Belgische overheidsobligaties op 10 jaar klom deze week naar het hoogste niveau in meer dan 10 jaar. Dat impliceert dat de Belgische overheden de komende jaren terug meer rente zullen moeten betalen. Op basis van de huidige vooruitzichten zullen de jaarlijkse rentelasten aan het einde van de volgende legislatuur zo’n 6 miljard in euro’s van vandaag hoger liggen dan aan het begin van de legislatuur.
En dan zijn er ook nog extra investeringen die moeten gebeuren, onder meer voor de duurzame transitie, en de noodzakelijke verhoging van de uitgaven voor defensie. Als we daar een beetje willen uitkomen op de niveaus die vergelijkbare andere Europese landen halen, loopt de factuur ook al snel op tot meer dan 10 miljard op jaarbasis.
Verstandig beleid
Ook al zijn de cijfers iets beter dan eerder gevreesd, de pijnlijke realiteit blijft dat onze overheidsfinanciën er slechter aan toe zijn dan zowat alle andere landen in Europa. Volgens ramingen van de Europese Commissie zou het Belgische begrotingstekort in 2024 bij de hoogste van Europa zijn (samen met Bulgarije en Slovakije), en ongeveer dubbel zo hoog als het Europese gemiddelde. Ondertussen is de overheidsschuld meer dan 100% van het bbp, en stijgend. En België hoort ook bij de Europese landen met de zwaarste vergrijzingsfactuur in de komende decennia. Dat is uiteraard een zeer verontrustende situatie voor onze overheidsfinanciën.
En alle hierboven vermelde vooruitzichten en ramingen zijn in normale omstandigheden. Maar verstandig budgettair beleid betekent ook dat de overheid in normale omstandigheden buffers moet opbouwen/herstellen voor onverwachte tegenslagen. Die buffers heeft de Belgische overheid vandaag niet. Integendeel, zelfs zonder nieuwe crisissen neemt de druk op onze overheidsfinanciën de komende jaren verder toe. Dat is onverstandig beleid, zeker in de huidige context van belangrijke (en talrijke) economische en geopolitieke risico’s. De focus zal in de volgende legislatuur toch vooral moeten liggen op het herstel van de financiële situatie via besparingen op de overheidsuitgaven en structurele hervormingen die het groeipotentieel van onze economie versterken. Voor populaire verkiezingsbeloftes zoals hogere pensioenen of stevige belastingverlagingen zal hoe dan ook geen geld zijn. De volgende legislatuur worden pijnlijke saneringsinspanningen onvermijdelijk.
Bart Van Craeynest is hoofdeconoom bij Voka en auteur van het boek Terug naar de feiten.