Het burgerlijke gedeelte van de rechtszaak stond voor juni gepland, maar het coronavirus gooit roet in het eten.

Lernout en Hauspie, ooit een van de toppers in de Belgische technologiesector, ging in 2001 failliet. Het spraaktechnologiebedrijf kwam in 2000 in opspraak door een fraudeschandaal. In 2010 kwam er een uitspraak. Jo Lernout en Pol Hauspie kregen elk vijf jaar celstraf, waarvan twee jaar met uitstel.

15.000 schadeclaims

Na die uitspraak volgde een beroepsprocedure voor het Hof van Cassatie. Daarom kon pas in 2014 overgegaan worden tot het bekijken van de schadevergoedingen, de burgerlijke procedure. Er zijn maar liefst 15.000 schadeclaims ingediend.

Het proces werd nadien ettelijke keren uitgesteld, grotendeels omdat de schadevergoedingscomponent van de zaak zo complex is. In december kwam er een laatste uitstel. Aangezien de schadevergoedingen niet kunnen worden uitbetaald door de beschuldigden, kwam die claim te vervallen.

Opnieuw uitstel

Er is sindsdien een nieuwe datum geprikt, 5 juni. Dat plaatste het laatste proces, tot nu toe, van Lernout en Hauspie meteen een volle twintig jaar na de feiten. Of de zaak in 2020 nog kan worden afgerond, valt nog te bekijken. Het hof van beroep vroeg aan alle partijen om op 5 juni thuis te blijven. Een nieuwe datum is wellicht voor na de zomervakantie.

Lernout en Hauspie werd opgericht in 1987. De bedoeling was om met het bedrijf spraaktechnologie op punt te zetten. Veel van de uitvindingen van het bedrijf worden trouwens nog steeds gebruikt in de sector. Het bedrijf was gevestigd in Ieper en trok in 1995 naar de Amerikaanse beurs, het eerste Belgische bedrijf op de NASDAQ.

L&H scoorde er goed, maar in 2000 kwam The Wall Street Journal met een artikel dat de aandelen van het bedrijf deed kelderen. De krant beschuldigde de Belgen van valse omzet om de aandelen kunstmatig hoog te houden, waarvoor Lernout en Hauspie uiteindelijk ook veroordeeld werden. Een jaar later trok de WSJ daarmee een streep door het Belgische ‘succesverhaal’ en ging L&H failliet.