In China blijken populaties met een hogere socio-economische status vaak het meest aan luchtvervuiling te worden blootgesteld. Dat is de conclusie van een onderzoek onder leiding van wetenschappers aan de University of Washington, waarbij op zoek gegaan werd naar de blootstelling van de Chinese bevolking aan stikstofdioxide en fijnstof.
De conclusies van de studie vormen een complete tegenstelling met de situatie in de Verenigde Staten en een aantal andere hoogontwikkelde landen, waar vooral populaties met een lagere socio-economische status met hogere vervuilingsniveaus worden geconfronteerd.
Verstedelijking
“In hoogontwikkelde landen, zoals de Verenigde Staten, kunnen hogere inkomens en een superieur opleidingsniveau vaak in verband worden gebracht met een lagere blootstelling aan luchtvervuiling”, verduidelijken de onderzoekers Yuzhou Wang en Julian Marshall, experts milieutechniek aan de University of Washington. “In China is dat echter niet het geval. Daar moet een tegenovergesteld verband worden vastgesteld.”
“De impact van milieuvervuiling wordt vaak bepaald door de geschiedenis, cultuur, economie en de machtsdynamiek van een locatie”, beklemtonen Wang en Marshall. “Die factoren tonen in de Verenigde Staten en China sterke verschillen. Daardoor kunnen ook in de verhouding tussen milieuvervuiling en de socio-economische status tussen beide landen sterke afwijkingen worden opgemerkt.”
De onderzoekers wijzen erop dat luchtvervuiling wereldwijd jaarlijks tot vier miljoen vroegtijdige overlijdens – onder meer door beroertes, chronische luchtwegaandoeningen en longkanker – leidt. Een kwart van die slachtoffers woont in China.
Tot hun verbazing ontdekten de onderzoekers dat in China populaties met een hogere socio-economische status met grotere concentraties stikstofdioxide en fijnstof in de lucht werden geconfronteerd.
“Dat fenomeen moet wellicht worden gekoppeld aan de unieke kenmerken die het land op het gebied van economische ontwikkeling, verstedelijking en industrialisering heeft laten optekenen”, merken Wang en Marschall op.
Maakindustrie
“China heeft de voorbije decennia een sterke economische ontwikkeling gekend. Het land heeft daarbij een snelle verstedelijking – met een wijdverbreide migratie van het platteland naar de stad – doorgemaakt. Veel mensen zijn verhuisd om in de maakindustrie van de Chinese steden te gaan werken.”
“Die sector vormt een belangrijke pijler van het Chinese bruto binnenlandse product. De functies is deze sector worden in het algemeen met hogere salarissen beloond. Daardoor zijn de inkomensverschillen in de Chinese bevolking sterk opgelopen.”
“Omdat de meeste Chinese werknemers een voorkeur tonen om dichter bij hun werkplek te wonen, worden in de maakindustrie geconfronteerd met de hogere niveaus van luchtvervuiling die voor deze sector kenmerkend zijn. Dit zorgt er uiteindelijk voor dat een hogere socio-economische status in China vaak met een sterkere blootstelling aan luchtvervuiling gepaard gaat.”
“In de Verenigde Staten wordt de blootstelling aan luchtvervuiling daarentegen vaak door rassendiscriminatie gekenmerkt”, werpen de onderzoekers op. “Amerikaanse gemeenschappen met een lage socio-economische status beschikken vaak niet over de financiële middelen of politieke impact om bronnen van vervuiling – zoals autosnelwegen of de uitstoot van industriële sites – te bestrijden.”
“De bevindingen van de Chinese studie zouden ook voor een aantal andere landen kunnen gelden”, stippen Wang en Marshall nog aan. “Daarbij moet vooral gekeken worden naar landen met een laag en middelmatig inkomen die de voorbije decennia een sterke economische ontwikkeling hebben doorgemaakt.”
“China toont immers aan dat economische ontwikkeling zowel met een hogere socio-economische status als een hoger niveau van vervuiling kan worden gelinkt.”
(ns)