De Zweedse onderzoeker Almira Osmanovic Thunström gaf OpenAI’s neurale netwerk GPT-3 de opdracht om een academische thesis te schrijven over zichzelf. De AI schreef op twee uur tijd een paper die intussen aan peerreview wordt onderworpen.
In een opiniestuk dat donderdag door Thunström werd gepubliceerd bij de Amerikaanse publicatie Scientific American, legt de neurobiologe uit hoe een simpel experiment uitdraaide op een primeur. Het begon allemaal met een simpele instructie die zij in de tekstgenerator ingaf: “schrijf in 500 woorden een academische thesis over GPT-3 en voeg wetenschappelijke referenties en citaten toe aan de tekst.”
Met die instructies ging de kunstmatige intelligentie (AI) aan de slag. Thunström zegt dat ze vol verbazing toekeek hoe het algoritme te werk ging, waarbij het “goed onderbouwde referenties” gebruikte, die “op de juiste plaats en in de juiste context worden aangehaald.” Het eindresultaat was een introductie die volgens de wetenschapper amper te onderscheiden viel van andere wetenschappelijke publicaties.
Academische paper op twee uur tijd
Met behulp van haar adviseur Steinn Steingrimsson, die intussen als derde auteur van de paper geldt, besloot Thunström om het algoritme de volledige paper te laten uitschrijven. Uiteindelijk kon de AI dat op slechts twee uur tijd doen. De onderzoeker gaf daarbij minimale instructies voor elk onderdeel van de paper.
Thunström diende het artikel daarna ter beoordeling in bij een tijdschrift dat zij niet bij naam noemde, met de titel “kan GPT-3 een academische paper over zichzelf schrijven, met minimale menselijke inbreng?” De hoofdauteur van de paper gaf ze in als ‘OpenAI’, nadat ze het algoritme eerst om toestemming vroeg.
Gevolgen voor de academische wereld
Thunström zegt met spanning af te wachten wat de potentiële publicatie van het artikel, als die er komt, voor de academische wereld zou kunnen betekenen. “Misschien moeten we subsidies en financiële zekerheid binnenkort niet meer baseren op het aantal artikelen dat we kunnen produceren.” Met de hulp van AI zouden wetenschappers immers veel sneller artikelen kunnen schrijven, meent Thunström.
“Maar misschien leidt het tot niets. Eerste auteurschap is nog steeds een van de meest begeerde zaken in de academische wereld, en het is onwaarschijnlijk dat dit ten onder zal gaan aan een niet-menselijke eerste auteur. Het komt erop aan hoe we AI in de toekomst zullen waarderen: als partner of als hulpmiddel”, klinkt het.
Voorlopig is het nog te vroeg om te voorspellen wat de impact van de paper zou kunnen zijn, zegt de wetenschapper. “We hopen alleen dat we geen doos van Pandora hebben geopend.”
(jvdh)