De Japanse regering bereidt zich op het ergste voor door noodplannen te maken voor de verhuis van essentiële staatsactiviteiten naar alternatieve steden in het geval de hoofdstad Tokio door een tsunami of aardbeving wordt vernietigd, schrijft Russia Today.

De steden Fukuoka, Nagoya, Osaka, Sapporo en Sendai worden naar voor geschoven als kandidaten voor de verhuizing van hoofdkwartieren van de overheid en de Bank van Japan. De voorbereidingsmaatregelen worden beschreven in een rapport van de Centrale Ramppreventieraad.

Tegenwoordig zijn deze alternatieve hoofdkwartieren relatief dicht bij Tokio gevestigd, wat door de Raad als onwenselijk wordt beschouwd. Het rapport raadt ook andere maatregelen aan, waaronder de voorbereiding van openbare en privéschuilplaatsen.

Nieuwe berekeningen tonen aan dat vele Japanse zones onvoldoende beschermd zijn. Zo is Oost-Japan voorbereid op tsunami’s met golven tot 20 meter hoog. Uit recent onderzoek blijkt nochtans dat golven van 35 meter mogelijk zijn. Tokio zou zo volledig van de kaart worden geveegd.

Hoewel experts zoals Nobuo Shuto vijfentwintig jaar geleden al waarschuwden dat de Japanse kerncentrales niet tegen zulke tsunami’s bestand zouden zijn, werd die goede raad lang in de wind geslagen.

Vorig jaar besloot de Japanse regering om haar kernreactoren te sluiten. Dit jaar bleek echter dat het land nog niet kan zonder kernenergie en werd de reactor in Ohi opnieuw geopend. Dit betekent dat een nieuwe ramp met de afmetingen van die in Fukushima niet kan worden uitgesloten.