Ook het Stockholm Syndroom heeft een evolutionaire oorsprong

Vrouwen hebben doorheen de geschiedenis geleerd een aantal strategieën te ontwikkelen die hen de mogelijkheid moesten bieden om te gaan met de gevolgen van de oorlogsvoering. Dat is de conclusie van een onderzoek van wetenschappers aan de University of Oregon naar de oorlogsvoering in de prehistorie.De resultaten van de studie laten volgens de Amerikaanse onderzoekers tevens uitschijnen dat het zogenaamde Stockholm Syndroom een evolutionaire verklaring heeft. Door een geleidelijke identificatie en integratie met de vijand zouden gevangen vrouwen hun overlevingskansen in handen van de vijand immers gevoelig hebben kunnen verhogen.“Vrouwen hebben doorheen de geschiedenis zwaar te lijden gehad onder de oorlogsvoering,” merkt onderzoeker Michelle Scalise Sugiyama, professor evolutie-psychologie aan de University of Oregon, op.“Een analyse van archeologische en ethnografische research naar gewelddadige conflicten in culturen van jager-verzamelaars en boeren heeft uitgewezen dat vrouwen echter overlevings-strategieën hebben ontwikkeld om met de negatieve consequenties van de oorlog te kunnen omgaan en zichzelf en hun nakomelingen te beschermen.””Die strategieën moesten ervoor zorgen dat de overlevingskansen en reproductie konden worden verzekerd.”“In een oorlogssituatie worden vrouwen met diverse bedreigingen geconfronteerd,” benadrukt professor Sugiyama, die onder meer de gevolgen van de oorlogsvoering bij verscheidene Noord-Amarikaanse indianenpopulaties, de eskimo’s in het noordpoolgebied, de aboriginals in Australië en diverse stammen in Zuid-Afrika en Zuid-Amerika onderzocht.“Onder meer moet er immers rekening mee worden gehouden dat de vrouw zelf om het leven komt of gevangen wordt genomen, maar ook haar partner kan worden gedood of in handen van de vijand terecht komen, terwijl tevens het leven van haar nakomelingen kan worden bedreigd.”“Om die bedreigingen te kunnen afweren, werd van diverse strategieën gebruik gemaakt,” aldus nog Michelle Sugiyama. “Onder meer kon worden vastgesteld dat vrouwen proberen om het mannelijk gedrag te manipuleren. Daarnaast bleek dat de vrouwen ook trachten te achterhalen of de vijand de intentie had om hen te doden of gevangen te nemen.””Verder konden defensieve en evasieve taktieken worden geïdentificeerd om moord of gevangenschap te vermijden, maar ook werd vastgesteld dat de vrouwen de risico’s van verzet en gevangenschap tegenover elkaar afwegen, onder meer op basis van het verzamelen van informatie over de oorlogspraktijken en de behandeling van gevangenen door de vijand.”Professor Sugiyama merkt op dat in het onderzoek tevens mogelijke verklaringen voor het Stockholm Syndroom kunnen worden gevonden. “Onder meer bij gijzelingen blijkt dat de slachtoffers na verloop van tijd een vorm van sympathie voor de gijzelnemer beginnen te ontwikkelen,” verduidelijkt de onderzoekster.“Deze reactie zou kunnen zijn gegroeid als een strategie die het gevangenen gemakkelijk maakt om zich geleidelijk met vijandige groepen te identificeren en integreren. Het proces zorgt ervoor dat de situatie gemakkelijker wordt aanvaard en dat de neiging tot verzet afneemt, waardoor de overlevingskansen van de vrouw uiteindelijk zullen toenemen.” (mah)