Het Amerikaanse technologiebedrijf Apple gebruikte vorig jaar voor de eerste keer in de geschiedenis meer leveranciers uit China dan uit Taiwan. Dit fenomeen maakt duidelijk dat het voor de Verenigde Staten niet eenvoudig is om bedrijven ervan te overtuigen de afhankelijkheid van China af te bouwen. Dat blijkt uit een rapport van de Japanse krant Nikkei Asia.
Ondanks de druk van de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China, onder voormalig Amerikaans president Donald Trump nog verder opgedreven, werkte Apple vorig jaar met 51 toeleveranciers uit China of Hongkong, tegenover 42 partners twee jaar voordien.
Schaalgrootte
Op die manier werd China – ten nadele van Taiwan – voor de eerste keer in de geschiedenis de belangrijkste toeleverancier van het Amerikaanse technologiebedrijf. Nikkei voegt eraan toe dat deze lijst 98 procent dekt van de budgetten die Apple vorig jaar aan productie en de aankoop van onderdelen heeft uitgegeven. Cijfers over twee jaar geleden werden door Apple niet vrijgegeven.
Apple is het grootste technologiebedrijf van de wereld en heeft vorig jaar meer dan 300 miljoen apparaten – van iPhones en horloges tot iPads en Macs – verkocht. ‘De schaalgrootte van Apple zorgt ervoor dat het bedrijf wordt aangetrokken door de enorme productiebasis en de brede pool aan vaardigheden die in China kunnen worden gevonden en die door geen enkel ander land kunnen worden geëvenaard’, voert Nikkei aan.
‘Chinese leveranciers zijn echter ook succesvol omdat ze prijzen bieden waartegen rivalen moeilijk kunnen concurreren’, aldus nog Nikkei. ‘Analisten merken daarbij op dat voor Chinese bedrijven een contract met Apple bijzonder veel kan betekenen.’
‘Deze ondernemingen zijn dan ook bereid om met bijzonder kleine marges te werken. Met rivalen uit andere landen kan Apple dergelijke akkoorden niet afsluiten. Dit betekent echter dat de Chinese bedrijven door de samenwerking met het Amerikaanse concern geleidelijk aan omvang kunnen winnen en hun internationaal marktaandeel kunnen opvoeren.’
Groei
Toeleveranciers zoals Foxconn, Pegatron en Wistron hebben in China honderdduizenden werknemers in dienst om apparaten voor Apple te assembleren. Foxconn is weliswaar een Taiwanese onderneming, maar heeft meer activiteiten voor Apple naar China overgeheveld. ‘Daardoor heeft Apple zijn afhankelijkheid van China – ondanks de oplopende Chinees-Amerikaanse spanningen – de voorbije jaren zien toenemen’, aldus Nikkei.
Gewezen wordt daarbij ook op een analyse door het persbureau Reuters twee jaar geleden. ‘Daaruit bleek dat de toeleveranciers van Apple nergens meer locaties aan hun bestaande activiteiten hebben toegevoegd dan in China’, voert Nikkei aan. ‘Foxconn had midden vorig decennium in China negentien productiesites. Vier jaar later waren daar tien nieuwe vestigingen bijgekomen.’
‘Over dezelfde periode kende ook Pegaton een groei van acht naar twaalf Chinese campussen. Reuters meldde daarbij nog dat Apple zich de voorbije jaren ook steeds vaker in China met onderdelen zoals halfgeleiders, bedrading en printplaten heeft bevoorraad.’
(jvdh)