Onze overheidsfinanciën zijn belangrijker dan het slecht toneel van vorige week

Alle aandacht van de voorbije dagen voor onze overheidsfinanciën mist de essentie. Los van die 0,3 procent van de btw-verlaging zitten we met een onhoudbaar begrotingstekort, we zijn budgettair niet voorbereid op de uitdagingen die op ons afkomen en de noodzakelijke hervormingen die nodig zijn om daar verandering in te brengen, komen er niet. En daar zal de vervanging van de staatssecretaris voor begroting niets aan veranderen. 

De voorbije dagen was er eindelijk eens wat aandacht voor onze overheidsfinanciën. Helaas ging het vooral over politieke spelletjes en gepruts in de marge. Of die 0,3 procent van het bbp van de btw-verlaging nu wel of niet in de begrotingscijfers moest (op z’n minst uit voorzichtigheid best wel), is totaal irrelevant voor de houdbaarheid van onze overheidsfinanciën op langere termijn. De afwijking tussen de uiteindelijk gerealiseerde cijfers en de geplande begroting die in het voorgaande jaar opgemaakt werd, is vaak groter dan 0,3 procent. Maar nog belangrijker, het hele gedoe over die 0,3 procent staat in een onwaarschijnlijk contrast met de stilte over de enorme budgettaire uitdaging die ons te wachten staat. 

Enorme budgettaire uitdaging

Om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën te evalueren, berekent de Europese Commissie de budgettaire inspanning die nodig zou zijn om de overheidsschuld op langere termijn te stabiliseren (nog los van het niveau waarop die schuld dan gestabiliseerd wordt). Voor België is daarvoor een inspanning van 7,8 procent van het bbp nodig, of 40 miljard in euro’s van vandaag. Dat is de grootste houdbaarheidskloof van West-Europa. En daarbij blijft het niet. Rekening houdend met de noodzaak voor onze overheid om structureel meer te gaan investeren, onder meer in de energie- en de duurzame transitie, en met de belofte om de uitgaven voor defensie op te krikken tot 2 procent van het BBP, komt daar makkelijk nog een dikke 10 miljard bij. Daarover bleef het ook de voorbije dagen oorverdovend stil.

Gemiste hervormingen

Gezien de opeenvolging van crisissen was het sowieso moeilijk geweest voor deze regering om de overheidsfinanciën structureel te verbeteren, zelfs als ze dat echt had willen proberen. Maar er was wel heel wat ruimte om de toekomstige houdbaarheid van de overheidsfinanciën te versterken via structurele hervormingen, vooral dan van de arbeidsmarkt en de pensioenen. Die ruimte liet de regering evenwel liggen met een arbeidsdeal en een pensioenhervorming die voor de houdbaarheid van onze overheidsfinanciën op langere termijn niets uitmaken, zelfs integendeel voor de maatregelen in de pensioenen. 

Naast hervormingen met directe impact op onze overheidsfinanciën is er ook nood aan hervormingen die het groeipotentieel van onze economie op langere termijn versterken. Met meer economische groei zijn ook de budgettaire uitdagingen makkelijker op te vangen, maar op dat vlak zijn de vooruitzichten niet meteen rooskleurig. Volgens de nieuwe vooruitzichten van de OESO zakt onze potentiële groei de komende jaren terug tot amper 0,8 procent. Dat is te laag om onze huidige welvaartsstaat overeind te houden. Dat zet het belang van structurele hervormingen van onze economie nog meer in de verf. Ook over die gemiste kans van de hervormingen, om het zacht uit te drukken, bleef het de voorbije dagen stil. 

Geloofwaardigheid van het budgettaire beleid?

In de hele discussie rond de begrotingsdocumenten was vooral veel te doen over de geloofwaardigheid van het budgettaire beleid. Maar het negeren of minimaliseren van de enorme budgettaire uitdaging die voor ons ligt, en het groots uitpakken met schijnhervormingen die niets bijdragen aan het opvangen van die uitdaging, hadden die geloofwaardigheid al veel eerder (en veel meer) ondergraven. 

De pijnlijke realiteit is dat onze overheidsfinanciën er vandaag niet goed voor staan, en dat die vooral niet voorbereid zijn op de uitdagingen die op ons afkomen (en dat is trouwens zeker niet enkel te wijten aan het budgettaire beleid van deze regering). Deze regering zal daar niets meer aan veranderen. En de volgende zal aan de slag moeten met een zeer moeilijke budgettaire situatie. 


Bart Van Craeynest is Hoofdeconoom bij Voka en auteur van het boek Terug naar de feiten 

Meer