Zonder budgettaire inspanningen blijft België na corona zitten met een begrotingstekort van bijna 5% van het BBP, het hoogste van Europa. Onze beleidsmakers lijken zich daar voorlopig opmerkelijk weinig zorgen over te maken. Maar dat blijft niet duren.
In haar vorige week gepubliceerde economische vooruitzichten verwacht de Nationale Bank bij ongewijzigd beleid een Belgisch begrotingstekort van 4, procent van het bbp in 2024. Daarmee lijkt de NBB aan de optimistische kant. Andere instellingen gaan uit van nog grotere tekorten. De Europese Commissie verwacht een tekort van 4,9 procent in 2023, de OESO verwacht 5 procent in 2023, en het IMF gaat uit van 5 procent tegen 2026. Ondanks de verschillen tonen al deze verwachtingen hetzelfde: zonder nieuwe maatregelen blijven de gezamenlijke Belgische overheden na de coronacrisis met onaanvaardbaar hoge tekorten zitten. Wanneer de tijdelijke coronamaatregelen achter de rug liggen, keert het begrotingssaldo in de meeste landen terug naar meer redelijke niveaus. Dat is niet het geval in België, dat volgens de Europese Commissie uitkomt op het grootste begrotingstekort van Europa in 2023.
De Belgische beleidsmakers blijven daar voorlopig opmerkelijk rustig onder. Zo merkt de NBB op dat er ‘geen merkbare budgettaire inspanningen opgenomen zijn in de begroting voor 2022’. Dat heeft ook te maken met het feit dat Europa al aangaf haar regels voor budgettaire discipline ook voor 2022 on hold te laten. Maar het heeft geen zin voor de Belgische overheden om zich daarachter te verschuilen. Een structureel begrotingstekort van 5 procent (25 miljard in euro’s van vandaag) is zelfs in tijden van degelijke groei en lage rentes onhoudbaar. Bovendien komen er heel wat extra facturen op ons af, zoals de vergrijzing en de al langer noodzakelijke inhaalbeweging op vlak van overheidsinvesteringen. En daar komen de onvermijdelijke uitgaven voor de verduurzaming van onze economie nog bovenop. Dat de nieuwe Nederlandse regering voor 7 procent van het bbp fondsen opzet voor klimaatinspanningen en transitie van de landbouw is ook een duidelijke indicatie van wat ons nog te wachten staat. Voor België zou dat overeenkomen met 34 miljard in euro’s van vandaag.
Extra uitgaven
Ondertussen gaat het debat bij ons vooral over extra uitgaven: meer geld voor politie, meer geld voor de zorg, meer geld voor het onderwijs… De realiteit is dat onze jaarlijkse overheidsuitgaven straks structureel (en dus niet door tijdelijke crisismaatregelen) 3 procent van het bbp, of 15 miljard in euro’s van vandaag, hoger liggen dan voor corona. En bijna 13 procent van het bbp, of ruim 60 miljard in euro’s van vandaag, hoger dan in 1990. En dat vooral door extra lopende uitgaven. Het is hoogst twijfelachtig dat er in 2023-2024 ernstige budgettaire inspanningen zullen volgen. De enorme facturen voor de volgende regering liggen al klaar.
De auteur Bart Van Craeynest is Hoofdeconoom bij Voka en auteur van het boek Terug naar de feiten