Olieprijzen stijgen door escalatie Amerikaans-Iraans conflict

Gewoontegetrouw bij grote geopolitieke incidenten reageren de oliemarkten zeer emotioneel. Na de door Donald Trump bevolen dodelijke raketaanval op de Iraanse topgeneraal Qassem Soleimani in Bagdad is dat niet anders. De prijs van ruwe olie gaat vrijdagochtend ruim 4 procent hoger. 

Opmerkelijk vinden sommigen, omdat de Iraanse olieproductie nog slechts een fractie is van wat ze ooit is geweest. De Islamitische Republiek is vandaag met 2 miljoen vaten per dag verantwoordelijk voor amper 2 procent van de wereldproductie.

De hoogdagen van de Iraanse olieproductie bevinden zich in het tijdperk van de sjah. Toen pompte Iran 6 miljoen vaten olie per dag op. Dat was in die tijd een pak meer dan aartsvijand Saoedi-Arabië. Vandaag zijn die rollen volledig omgekeerd.

De Straat van Hormuz

Maar de paniek die zich op de oliemarkten ontspint heeft niet zozeer te maken met de inzet van het Iraanse oliewapen, dat er al lang geen meer is. De ware reden van de stijging is de dreiging van de Iraniërs om de toevoer van olie door de Straat van Hormuz af te sluiten. De Straat van Hormuz vormt een belangrijke passage bij de uitvoer van petroleum uit de Golflanden. Op zijn smalste punt heeft de Straat van Hormuz een breedte van 34 mijl (54 km). Elke dag passeren daar 15,5 miljoen vaten ruwe olie, wat neerkomt op 33% van de wereldwijde olietransporten via de zee en 20% van de olietransporten wereldwijd. Het gaat om 15 olietankers per dag, in beide richtingen. 

Iran heeft er al meermaals mee gedreigd de Straat van Hormuz af te sluiten. De VS en hun bondgenoten zeggen de passage tegen elke prijs open te zullen houden. Indien nodig met geweld en om ononderbroken olieverkeer te garanderen. Die olie is voornamelijk afkomstig uit Iran, Irak, Koeweit en Saudi-Arabië. 

Als Iran erin slaagt de Straat van Hormuz af te sluiten, dan zijn de gevolgen voor de wereld enorm. Er bestaan pijplijnen naar de Rode Zee en de Middellandse Zee. Maar die hebben bijlange niet de capaciteit om de gevolgen van een blokkade volledig op te vangen.

Het is echter maar de vraag of Iran het spel zo hard zal durven spelen. Er is namelijk nog een andere wereldmacht die niet zit te wachten op een breuk in de wereldwijde olietoevoer, en dat is China. Vorige week namen Rusland, China en Iran nog deel aan een gezamenlijke marine-oefening in de Golf van Oman.

Drone-aanvallen op olievelden

Verder bestaat de kan dat de Iraniërs opnieuw olieverwerkingsinstallaties in de regio gaan opblazen. De aanval met drones op de Saudische olievelden van Abqaiq in september laatstleden is nooit door Iran opgeëist. Toch is het Westen ervan overtuigd dat de aanslag het werk van Teheran was. Abqaiq is het grootste olieverwerkingscomplex ter wereld. Het ligt in de Saoedische provincie Ash Sharqiyah, in de woestijn op ongeveer 60 kilometer ten zuidwesten van de agglomeratie Dharaan-Dammam-Khobar.

De Saudische olieproductie werd bij de aanslag op slag gehalveerd. Het ging om de derde aanval op vijf maanden tijd tegen de infrastructuur van de Saudi’s. De getroffen site pompt dagelijks op zijn eentje 5,7 miljoen vaten olie op, goed voor 5% van de globale productie.

Een gecoördineerde aanval op de site werd tot dan toe altijd onwaarschijnlijk geacht. Maar ondanks de uiterst strenge bewaking en beschermingsmaatregelen was Abqaiq niet tegen een drone-aanval bestand. Iran beschikt dus wel degelijk over de middelen en de wil om het Midden-Oosten in brand te steken.

Meer