Door het toenemende belang aan investeringen in hernieuwbare energie en de geplande uitbreiding van een offshore windmolenpark in de Noordzee, liet het Rekenhof een audit uitvoeren naar de kostenefficiëntie van zo’n windmolenpark. Een opvallende conclusie: de meeste parken maakten zulke hoge winsten, dat er sprake is van “overwinsten”.
In het nieuws: Sommige offshore windmolenparken boekten forse winsten, maar er zijn veel verschillen onderling.
- In totaal haalden alle offshore windmolenparken samen in 2021 een winst van 710 miljoen euro.
- Maar onderling zijn er grote verschillen: Nobelwind bijvoorbeeld haalde in 2020 een rendement op het eigen vermogen van 72 procent. In hetzelfde jaar haalde C-Power maar 11 procent rendement, schrijft De Standaard op basis van het rapport van het Rekenhof.
- C-Power is een van de twee oudste parken, samen met Belwind. Zij trekken het gemiddelde omlaag.
- De andere parken, op eentje na, haalden een rendement dat hoger ligt dan de norm van 12 procent. Daardoor is de conclusie van het Rekenhof dat er overwinsten in de sector zijn.
- Over een langere termijn bekeken moet dit beeld wel genuanceerd worden. In totaal maakten alle offshore windmolenparken tot nu toe 253 miljoen euro minder winst dan de 12 procent-norm.
- Echter waarschuwt het Rekenhof ook: als de nieuwere parken hun leningen hebben afgelost, kunnen de winsten stijgen.
- Het adviseert dat de regulator CREG na moet gaan of de overwinsten structureel dan wel tijdelijk zijn.
“Regulator kon rol niet spelen”
Ingezoomd: De CREG kon zijn rol als regulator niet spelen.
- Als voornaamste oorzaak van de overwinsten noemt het Rekenhof een lager kostenplaatje voor de meest recente windmolenparken dan de CREG had becijferd. Door een variabel steunmechanisme kwamen de kosten lager uit, zodat er meer overbleef voor de parken zelf.
- Bij het bepalen van het bedrag voor dat steunmechanisme “kon de CREG haar wettelijke rol als onafhankelijk adviesorgaan niet ten volle spelen“, aldus het rapport.
- “Ook het steunmechanisme voor de aansluiting op het transmissienet werd na verloop van tijd bijgestuurd. De aansluitingssteun werd zo voordeliger, wat ertoe leidde dat het gelijke speelveld tussen de parken onvoldoende werd bewaakt”, klinkt het.
Genoteerd: Ook de bouw van het offshore windmolenpark in de nieuwe Prinses Elisabethzone loopt tegen ongeregeldheden aan.
- Het rapport behandelt vooral de ontwikkeling van het nieuwe windmolenpark op een energie-eiland in de Noordzee, de zogeheten Prinses Elizabethzone.
- Daar gingen ook dingen fout: voor de plannen tot de bouw van het ‘stopcontact op zee’ beschikte de CREG niet over een kosten-batenanalyse. De kosten-batenanalyse van het tweede onderdeel, de offshore verbinding, vertoont dan weer gebreken.
- Volgens het Rekenhof is dat te wijten aan het feit dat de CREG te weinig toegang tot gegevens krijgt. De regulator krijgt ook te weinig tijd.
- Het budget voor de Prinses Elisabethzone werd ook al ruimschoots overtreden. Begin oktober werd dat nog geraamd op 600 miljoen euro, een pak meer dan de eerdere geschatte kost van 450 miljoen euro.
- Verder liep het project vertragingen op, die nog verder kunnen uitlopen als de netwerkversterkingen op het vaste land – Ventilus en Boucle du Hainaut – er niet tijdig komen.
- Vooral dat eerste project, een hoogspanningslijn door West-Vlaanderen, botste op heel wat tegenstand van bezorgde inwoners en de lokale politiek.