Duitsland wil in oktober een internationale conferentie houden in Berlijn om de heropbouw van Oekraïne te organiseren. Olaf Scholz, de bondskanselier van Duitsland, zal samen met voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen het evenement hosten.
Daarbij zal besproken worden hoe de Oekraïense infrastructuur kan worden hersteld nadat de oorlog gedaan is. De exacte datum van de conferentie is nog niet bekend, maar volgens berichtgeving van Bloomberg staat voorlopig 25 oktober op de agenda.
Oekraïne werd in juni formeel aanvaard als kandidaat voor de 27-koppige Europese Unie (EU). De EU zal dan ook het grootste deel van het prijskaartje voor de heropbouw verschaffen. Er wordt verwacht dat het meer dan 500 miljard euro zal uitgeven om Oekraïne te herstellen. Daar is echter nog geen formeel akkoord voor.
Vertegenwoordigers van de EU, de G7, een intergouvernementeel forum van zeven vooraanstaande industriële staten, en andere internationale organisaties zullen in oktober beslissen hoe dat woekerbedrag zal worden uitgegeven.
“Groter dan het Marshallplan”
Scholz vertelde donderdag aan verslaggevers dat de maatregelen groter zullen zijn dan het Marshallplan, het Amerikaanse initiatief dat Europa hielp herbouwen na de Tweede Wereldoorlog.
“De schade is dramatisch. Het zal miljarden kosten en de hele wereldgemeenschap zal redelijke oplossingen moeten ontwikkelen”, zei de bondskanselier. “Het zal een grote, grote taak zijn die weinig te maken heeft met het Marshallplan. Het zal groter zijn.”
Oorlog blijft woeden
Hoewel de westerse landen al bespreken hoe Oekraïne kan worden hersteld, is de oorlog nog lang niet gedaan. Oekraïne en Rusland vechten nog altijd hevig in het zuiden van het land, waar beiden elkaar ervan beschuldigen de kerncentrale bij Zaporizja te bombarderen, iets wat volgens de VN tot een kernramp kan leiden.
Intussen proberen Oekraïense troepen terrein te winnen in het zuidwesten van het land. Zij proberen daar al enkele weken een tegenoffensief op poten te stellen, om de stad Cherson te heroveren van de Russen.
Intussen proberen Russische troepen in het oosten van het land nog altijd Donetsk te veroveren. Dat is een van de weinige steden in het Donetsbekken die nog niet in Russische handen is.
80.000 Russische soldaten
Intussen zijn er echter tekenen dat het tij keert: Oekraïne heeft op dinsdag vermoedelijk een aanval uitgevoerd op een legerbasis in de Krim, het zuidelijke schiereiland dat in 2014 door Rusland werd geannexeerd. Daarbij werden een groot aantal Russische vliegtuigen opgeblazen. Ook heeft het bijzonder veel succes met de HIMARS, de Amerikaanse artilleriesystemen die uitbundig door de Oekraïners worden gebruikt om de bevoorradingslinies van Rusland op te blazen.
In totaal zouden volgens de Amerikaanse defensie intussen al 80.000 Russische soldaten zijn verwond of gedood. Dat zijn meer soldaten dan de VS verloren in Afghanistan en Irak samen. Bovendien lijkt het er steeds meer op dat Rusland met een tekort aan uitrusting kampt.
De VS deelde geen cijfers over het aantal gesneuvelde Oekraïense soldaten. De Oekraïense president Volodymyr Zelensky zei in juli enkel dat het land elke dag zo’n 100 tot 200 soldaten verloor, maar dat dit cijfer in juli nog slechts 30 soldaten per dag bedroeg.
(fjc)