Terwijl het in de meeste Europese landen allesbehalve goed gaat op vlak van energie, pompt Noorwegen grote hoeveelheden gas naar zijn buurlanden. En dat heeft het geen windeieren opgeleverd: het land kon tijdens juli recordcijfers optekenen.

De Noorse export van aardgas was in juli goed voor een opbrengst van zo’n 128,4 miljard kronen, omgerekend zo’n 12,97 miljard euro. De omzet is verviervoudigd sinds juli vorig jaar, terwijl het volume geëxporteerd gas slechts met 5,7 procent rees. 

Dat betekent dat meer dan de helft van de omzet uit de Noorse export afkomstig is van aardgas. In totaal exporteerde het land immers voor zo’n 24 miljard euro aan goederen. Behalve aardgas exporteert Noorwegen ook elektriciteit, olie, vis en metalen. De waarde van de olie-export zou met meer dan 50 procent zijn gestegen tegenover het jaar voordien. Door de goede exportcijfers had het land een handelsoverschot van 15,8 miljard euro, eveneens een record.

Door de oorlog in Oekraïne en de westerse sancties tegen Rusland, daalde de leveringen van Russisch aardgas naar Europa. Daardoor, en door de nazinderende effecten van de COVID-pandemie, zijn gasprijzen naar ongeziene hoogtes gestegen op het continent. Europese landen zijn in allerijl op zoek naar alternatieve bronnen om de wintervoorraad te verzekeren.

Energie-export

Hoewel Noorwegen een netto-exporteur is van energie, dreigt voor Europa de mogelijkheid dat het land prioriteit zal geven aan de eigen elektriciteitsproductie door de export te beperken. 

Het land haalt immers het grootste deel van zijn energie uit waterkrachtcentrales. Dat is gemakkelijk voor het land, dat veel steile valleien en rivieren bevat. Tijdens een typisch jaar genereert het land op die manier meer dan genoeg elektriciteit en kan het dus zo’n 20 procent exporteren naar andere Europese landen.

Dit jaar zou dat wel eens anders kunnen verlopen. Na een uitzonderlijk droge lente staan veel waterreservoirs immers een stuk lager dan gewoonlijk, waardoor Noorwegen zich genoodzaakt ziet om die eerst op te vullen, voordat een overschot aan elektriciteit kan worden gegenereerd. Daardoor zou de export naar Europa, dat nu al gebukt gaat onder een energiecrisis, wel eens verminderd kunnen worden.