Het aantal fabrieksjobs in de VS neemt toe aan een tempo dat de voorbije 35 jaar niet meer is gezien. Dat blijkt uit een analyse van de Washington Post.
“Fabrieksjobs nemen toe aan een tempo dat de voorbije 35 jaar niet meer is gezien en dat zorgt voor rekruteringen in vele kleine steden op het Amerikaanse platteland, net daar waar president Trump op veel bijval kan rekenen in de aanloop naar de tussentijdse verkiezingen van november,” schrijft de Washington Post. Die krant staat bekend om haar scepticisme tegenover zowat alles wat president Trump doet.
Uit de analyse blijkt dat het aantal jobs in sectoren die goederen en grondstoffen produceren – mijnbouw, bouw en productie – in de 12 maanden tot juli van dit jaar met 3,3% is toegenomen. Het gaat om het hoogste stijgingspercentage sinds 1984.
Fabrieksjobs groeien sneller dan jobs in dienstensector
Het gaat dus om een meer dan opmerkelijke evolutie omdat net die arbeidersjobs jarenlang een klein en krimpend deel uitmaakten van de Amerikaanse economie. Nog sterker: deze jobs groeien nu aan een sneller tempo dan die in de veel grotere dienstensector.
Regio’s die sterk pro-Trump zijn worden beloond
Volgens het Brookings Institution plukken de regio’s die in 2016 sterk pro-Trump leunden nu de vruchten van deze toename in werkgelegenheid, daar waar nieuwe jobs eerder tijdens het economisch herstel vooral in grotere en middelgrote steden waren te vinden.
Op het platteland werd in het eerste kwartaal een toename in de werkgelegenheid van 5,1% op jaarbasis opgemeten. In kleinere steden was dat 5%. Die percentages liggen aanzienlijk hoger dan de 4,1% die in de grote steden werd genoteerd en die al veel vroeger profiteerden van het economisch herstel.
Het voorbije jaar heeft de Amerikaanse economie 656.000 nieuwe fabrieksjobs gecreëerd, tegen 1,7 miljoen nieuwe jobs in de dienstensector. Maar de toename in de arbeidersjobs overtreft nu de groei in de dienstensector, die het voorbije jaar rond de 1,3% schommelde.