De prijzen voor oldtimers laten nieuwe recordniveau’s optekenen. Daarmee lijkt door investeerders een nieuwe categorie van alternatieve beleggingen aangeboord. Dat zegt Kabir Chibber, redacteur bij het magazine Quartz, naar aanleiding van de recente verkoop van een Ferrari 250 GTO uit het begin van de jaren zestig voor een bedrag van meer dan 50 miljoen dollar.
“Ooit diende een woning om in te leven, terwijl wijn voor zijn goede smaak werd geconsumeerd,” merkt Kabir Chibber op. “Net zoals kunst zijn echter ook die producten investeringen geworden voor beleggers die zich de uitgaven kunnen veroorloven en die misschien ooit een meerwaarde zullen genereren uit hun aankoop. Aan die categorieën zijn de voorbije periode ook klassieke auto’s toegevoegd.”
De prijsindex van verzekeraar Hagerty voor klassieke wagens liet het voorbije jaar dan ook een stijging met 35 procent optekenen. Daarmee laten oldtimers op het gebied van rendement aandelen en obligaties ver achter zich. Hagerty zegt dat elk segment van de oldtimer-markt en elk model nieuwe recordprijzen laten optekenen.
De Britse zakenkrant Financial Times verwijst geïnteresseerde beleggers naar gespecialiseerd investeringsfondsen zoals het Zwitserse Classic Car Fund. “De echte liefhebber haalt echter zijn neus op voor dergelijke initiatieven,” voert Adolfo Orsi, auto-geschiedkundige en directeur van Historica Selecta, aan.
“Traditionele investeerders hebben te weinig inzicht in de nuances van de markt. Bovendien moeten oldtimers vooral worden gekocht uit liefde voor oude wagens en niet uit louter winstbejag.” Ook Paul Spires, verkoopsdirecteur bij Aston Martin Works, merkt op dat oldtimers op korte termijn een goede winst kunnen opleveren, terwijl men ondertussen bovendien plezier heeft beleefd aan het bezit van de wagen.
“Een oldtimer die 65.000 pond heeft gekost, kan vijf jaar later mogelijk voor 80.000 pond worden verkocht,” verduidelijkt Spires. “In die tussentijd kan men echter tevens daadwerkelijk met de wagen rondrijden. Collega’s die 65.000 pond op een bankrekening plaatsen, hebben vijf jaar later wellicht nog altijd 65.000 pond, als de bank ondertussen niet is verdwenen.”
Een aantal partijen waarschuwt echter dat ook op de oldtimer-markt voor het uiteenspatten van een zeepbel moet worden gevreesd. Hagerty zegt echter niet te geloven in een zeepbel en wijst erop dat op de oldtimer-markt niet het exuberante koopgedrag van de kunstveilingen kan worden opgemerkt. (mah)