Turnster Nina Derwael (21) heeft België een eerste gouden medaille bezorgd op de Olympische Spelen in Tokio. Aan de brug met ongelijke leggers won ze de titel.

Derwael won een ongewone finale waarin de meeste deelnemers, inclusief Nina zelf, last hadden van enorme stress. Het is de eerste keer dat een Belgische een titel kan pakken in de artistieke gymnastiek, een erg internationale sporttak.

Hoge verwachtingen ingelost

De druk in de aanloop naar de finale was verpletterend. De Spelen in Tokio moesten het carrièrehoogtepunt worden voor de tweevoudige wereldkampioene aan de brug. De Truiense had jaren naar dit moment toegewerkt.

Een verrassing is de olympische titel niet. Voorafgaand aan de Spelen werden Derwael, de Red Lions (mannenploeg hockey) en Nafi Thiam (zevenkamp) als de drie grote Belgische kanshebbers op goud ingeschat. De Red Lions kwalificeerden zich zondag voor de halve finale na een hard bevochten zege tegen Spanje. Thiam moet nog in competitie komen.

Medaillespiegel

Dankzij Derwael rukt België op naar plaats 32 in de medaillespiegel. Doordat in die landenlijst eerst gekeken wordt naar het aantal gouden medailles (en daarna naar het aantal zilveren), was ons land diep weggezakt. Voorafgaand aan de turnfinale stond België met het zilver van Wout van Aert (wielrennen) en het brons van Matthias Casse (judo) pas op plaats 58, net zoals Cuba, San Marino en Oeganda.

Ter vergelijking: buurland Nederland – traditioneel een sterke Olympische natie – had toen al 20 medailles op de teller, waaronder 4 keer goud. België scoorde ook zwak in vergelijking met andere Europese referentielanden als Zwitserland (12 medailles, waarvan 3 goud), Zweden (4 medailles, waarvan 1 goud) of Oostenrijk (5 medailles, waarvan 1 goud).