Eurostat heeft nieuwe data gepubliceerd, waarin heel de Europese arbeidsmarkt wordt geanalyseerd. Daarop ging de UGent aan de slag om een analyse te maken, wat leidt tot een paar pijnlijke conclusies.
- Want de heilige graal, en ook wel de budgettaire oplossing voor alle problemen, is het bereiken van een werkzaamheidsgraad van 80 procent: dat is net niveau van de Scandinavische landen, en ook van Nederland en Duitsland. En het is vooral het punt waarop de royale sociale zekerheid, inclusief de pensioenen, betaalbaar wordt voor een West-Europese overheid.
- Maar, om dat te bereiken moeten meer mensen aan de slag. En het probleem zit hem niet bij de werklozen, want die zijn eigenlijk niet met zo veel meer. Historisch staat het werkloosheidscijfer op een laag peil, in heel Europa. België scoort vooral slecht op vlak van ‘inactieven’: arbeidsongeschikten, langdurig zieken, (brug)gepensioneerden, huisvrouwen, studenten en mensen die gewoon de weg naar de arbeidsmarkt niet vinden.
- De cijfers zijn spectaculair: in 2021 was 1,3 miljoen of 21,8 procent van alle Belgen tussen 25 en 64 jaar inactief. Daarmee staan we in de top vijf van de EU, na Griekenland, Kroatië, Roemenië en Italië.
- En dat dit enkel een Waals of Brussels fenomeen is, blijkt niet uit de analyse van de UGent: ook Vlaanderen heeft een heel hoog percentage van inactieven, van 19,2 procent.
- Wat opvalt is dat België het vooral heel slecht doet bij mensen met een migratieachtergrond: daar schiet het percentage inactieven naar 44,2 procent, een absoluut record binnen de EU. Nederland, Duitsland en Frankrijk doen het in die categorie ook slecht, maar zitten allemaal tussen de 30 en 35 procent.