Netflix slaagde er net niet in om de verwachte groei van 7 miljoen extra abonnees te halen. Maar dat er weer sprake is van groei, volstaat om de markt gerust te stelen. Over de aankomende streamingoorlog maakt het bedrijf zich echter geen zorgen. ‘We concurreren al 10 jaar tegen lineaire televisie en streamers zoals Amazon, YouTube en Hulu.’
De Amerikaanse streamingdienst sluit het derde kwartaal af met een groei van 6,8 miljoen abonnees. Netflix hoopte zelf op 7 miljoen extra gebruikers, dat zou 15 procent meer zijn dan het jaar voordien. 500.000 van die nieuwe gebruikers zijn Amerikanen, de andere 6,3 miljoen komen uit andere landen. Voor de thuismarkt rekende Netflix op een toename van 800.000 gebruikers, maar dat is dus niet gelukt.
Beter dan tweede kwartaal
In totaal beschikt Netflix nu wereldwijd over 158 miljoen gebruikers. De groei op de thuismarkt is goed nieuws voor Netflix, ook al mist ze dan de verwachtingen. In het tweede kwartaal verloor de streamingdienst voor het eerst in 8 jaar Amerikaanse klanten. Een prijsstijging van de Amerikaanse abonnementen was de oorzaak. Zonder die verhoging kon Netflix zijn dure series niet meer bekostigen.
Over de toekomst maakt Netflix zich ondertussen weinig zorgen. Topman Reed Hastings toont zich zelfverzekerd, ondanks de concurrentie van Apple en Disney. Die komen in november met respectievelijk Apple TV+ en Disney+. Verder hebben ook WarnerMedia (HBO Max) en NBCUniversal (Peacock) streamingplannen.
Lineaire televisie is het echte gevaar
‘Hoewel de nieuwe concurrenten een aantal geweldige titels hebben, is er geen enkele die de diversiteit en kwaliteit van onze originele catalogus heeft’, klinkt het in een brief aan de aandeelhouders. ‘Op korte termijn kan dat wat bescheiden tegenwind betekenen voor onze groei. Op de lange termijn verwachten we een mooie groei, gezien de sterkte van onze dienst.’
Het echte gevaar schuilt nog altijd bij lineaire televisie, meent Hastings. ‘De nieuwe streamingdiensten betekenen geen grote veranderingen in het landschap. We zijn allemaal relatief klein, vergeleken met lineaire televisie. We concurreren dus niet met elkaar, maar met de omroepen.’
