De volgende Amerikaanse presidentsverkiezingen naderen en niemand wil de situatie van 2016 opnieuw beleven. Daarvan wordt algemeen erkend dat sociale media een beslissende en soms misleidende rol hebben gespeeld.
Facebook en Twitter hebben eindelijk gezegd waar ze staan ten opzichte van deepfake. De tweede heeft alle publiciteit voor een politieke boodschap op zijn platform verboden. De eerste bleef, ondanks de druk, bij zijn standpunt. Facebook (en bij uitbreiding Instagram) autoriseert nog steeds sponsors van politieke inhoud, zelfs als deze niet onwaar is.
Waar de twee sociale netwerken elkaar wel in tegemoetkomen, is tegen het gebruik van deepfakes (Twitter is een beetje genuanceerder). Dat is een techniek waarmee audio- en videobestanden met behulp van kunstmatige intelligentie op andere video’s kunnen worden overgebracht. Het meest opvallende voorbeeld is de verandering in het gezicht van een persoon op een video, die steeds realistischer wordt.
Het proces wordt al regelmatig gebruikt in de porno-industrie, maar ook in de komende Amerikaanse presidentsverkiezingen, en niemand wil de situatie van 2016 herbeleven. Daarvan wordt algemeen aangenomen dat sociale media een doorslaggevende en soms misleidende rol hebben gespeeld.