De Nederlandse economie is in het tweede kwartaal hard getroffen door de coronacrisis. De economie daalde met 8,5 procent ten opzichte van de eerste drie maanden, blijkt uit een eerste berekening van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Dat is de grootste krimp ooit gemeten.

Meer dan de helft van de krimp is te wijten aan de sterk gedaalde consumptie door gezinnen. Verder namen ook de investeringen en de import en export sterk af.

De krimp in Nederland was wel kleiner dan die in België of dan het gemiddelde in de eurozone. En al zeker veel kleiner dan die in het VK. Maar het gaat ook bij onze noorderburen om een recordkrimp. De vorige grootste kwartaal-op-kwartaaldaling was 3,6 procent in het eerste kwartaal van 2009 tijdens de financiële crisis.

Handel en horeca

Op jaarbasis gaat het om een krimp met 9,3 procent. Het zwaarst getroffen zijn de handel en de horeca, net als de luchtvaartsector en daaraan gelinkte diensten. In de zakelijke dienstverlening kreeg de uitzend- en reissector harde klappen. Verschillende bedrijfstakken, zoals cultuur en recreatie en sport, werden grotendeels stilgelegd.

In het eerste kwartaal daalde de Nederlandse economie al met 1,5 procent, maar toen speelde de coronacrisis maar deels mee.