Wetenschappers aan de Queensland University of Technology (QUT) en onderzoekers van Ford Motor Company hebben een manier gevonden om een autonoom voertuig te vertellen welke camera’s en sensoren tijdens het navigeren het best kunnen worden gebruikt. De bedoeling is dat de technologie voor elke locatie een optimale verzameling van informatie garandeert.
De onderzoekers stellen dat het systeem voor de ontwikkeling van de autonome mobiliteit een belangrijke meerwaarde zou kunnen zijn.
Specifieke karakteristieken
“Het idee komt voort uit een project waarin wordt gekeken hoe camera’s en lidar-sensoren, die ook in autonome voertuigen vaak worden gebruikt, de wereld om hen heen beter kunnen begrijpen”, geeft onderzoeksleider Michael Milford, directeur van het Center for Robotics aan de Queensland University of Technology, aan.
“Het centrale idee is om te leren welke camera’s op verschillende locaties in de wereld moeten worden gebruikt, gebaseerd op eerdere ervaringen die op diezelfde locatie werden opgedaan”, verduidelijkt Miller. “Elke locatie in de wereld heeft immers specifieke karakteristieken.”
“Daardoor kunnen bepaalde camera’s op sommige locaties het meest handig zijn om de positie van het voertuig op de weg te volgen. Dan kan ervoor worden gekozen om op dat bepaalde deel van het traject bij een volgende passage dezelfde camera te gebruiken. Op een ander deel van het parcours kunnen misschien echter andere camera’s of sensoren betere resultaten opleveren.”
Optimale keuze
“Het is voor autonome voertuigen cruciaal om – met behulp van een reeks sensoren en camera’s – zich te realiseren op welke locatie ze zich precies bevinden”, beklemtoont ook Jay Chakravarty, coördinator van de Ford Autonomous Vehicle Future Tech Group.
“Wanneer de wagen precies weet waar hij zich bevindt, wordt het voor het voertuig ook beduidend gemakkelijker om de impulsen van andere dynamische objecten op de scène te detecteren en interpreteren.”
Chakravarty wijst er daarbij op dat onder meer op bepaalde kruispunten andere weggebruikers, zoals voetgangers of fietsers, op een bepaalde manier de rijweg oversteken. Elders kunnen die trafieken mogelijk een ander patroon volgen.
“Wanneer deze informatie voor een later gebruik wordt opgeslagen, kan op deze gegevens beroep worden gedaan om bij een volgende passage van het voertuig opnieuw een optimale keuze van sensoren te garanderen.”