Millennials zijn eigenlijk niet zo goed in sparen. Ze zijn eerder geneigd om geld uit te geven aan eten en impulsieve aankopen. Maar hoe komt dat en wat kunnen ze doen om beter te sparen?

Volgens een studie van Strutt & Parker, een vastgoedbureau in Engeland, geven millennials liever geld uit aan dingen die niet blijvend zijn. Jongeren kopen graag luxegoederen en dingen die niet per se nodig zijn zoals ontbijtjes, avocoadogerechten en sushi. Herkenbaar, niet? Denk daar maar eens even over na terwijl je drinkt van je afhaalkoffie.

Volgens Chelsea Fagan, schrijfster van het boek The Financial Diet: A Total Beginner’s Guide to Getting Good with Money, geven we vooral onnodig geld uit aan eten. We kiezen ervoor om geen boterhammen mee te nemen van thuis, maar eerder iets te kopen onderweg. En daar geef je heel veel geld aan uit.

Goed voor sociale media

We kopen niet alleen graag eten omdat het makkelijker is, maar we posten ook graag foto’s op sociale media.  

Lekker eten vinden we geweldig, maar we worden nog gelukkiger als we een mooie foto kunnen posten van ons eten. 

Blijkbaar is dat ook niet de enige reden. Millennials zoeken altijd manieren om geld uit te geven. “Je moet eerlijk zijn tegen jezelf en weten uit welke uitgaven je meer plezier haalt”, legt ze in The Independent uit. “De één houdt van muziek en geeft graag geld uit aan een hoofdtelefoon terwijl een ander liever uitgebreid op restaurant gaat.”  

Impulsieve aankopen

Volgens Fagan zijn Millennials erg impulsieve kopers. We zien iets dat we willen, dus kopen we het. De schrijfster zegt wel dat je zoiets best achterwege laat als je wil sparen. Als je het shoppen toch niet achterwege kan laten, moet je proberen te investeren in betere schoenen die langer meegaan. 

Daarnaast moeten we vooral oppassen met eten en drinken. Neem eten mee van thuis, plan een gezellig etentje bij vrienden en neem een koffie mee in een herbruikbare beker. Kan je veel beter sparen.  

50/30/20-regel

Als je geld wil sparen en niet te veel wil uitgeven, moet je de 50/30/20-regel toepassen. 50 procent van je budget gaat dan naar fundamentele en vaste kosten zoals je huur, transport en nutsvoorzieningen.

30 procent van je geld geef je uit aan flexibelere kosten zoals boodschappen doen, maaltijden en telefoonrekening (als die maandelijks verschilt).

Dan zou je nog 20 procent van je centjes opzij houden om te sparen.