Militaire budgetten kruipen weer naar niveau Koude Oorlog

De wereldwijde militaire bestedingen hebben het voorbije jaar een niveau van 1.822 miljard dollar bereikt. Dat was een toename met 2,6 procent tegenover het jaar voordien. Dat blijkt uit een rapport van het Stockholm Peace Research Institute (Sipri). De onderzoekers benadrukken daarbij dat de wereldwijde militaire bestedingen inmiddels tot het hoogste niveau sinds de Koude Oorlog zijn opgelopen.

Het rapport linkt de oplopende militaire budgetten aan een toenemende reeks veronderstelde bedreigingen en een aantal crisissen. Daarnaast zijn verschillende legers gestart met een belangrijke modernisering van hun uitrusting.

Trump-effect

Ook vorig jaar bleven de Verenigde Staten de grootste investeerder in militaire uitrusting. De bestedingen namen tegenover het jaar voordien met 4,6 procent toe tot 649 miljard dollar. “De kloof in militaire bestedingen tussen de Verenigde Staten en de rest van de wereld blijft groot,” zegt Aude Fleurant, directeur van Sipri.

“Daarbij moet men echter niet alleen naar het beleid van huidig Amerikaans president Donald Trump kijken. Er is immers ook een impact van eerdere beslissingen. Een aantal van de nieuwe Amerikaanse militaire programma’s werden nog door Barack Obama, de voorganger van Trump, goedgekeurd. Veel projecten hebben ook te maken met ontwikkelingskosten voor nieuwe systemen.”

Met een budget van 250 miljard dollar behoudt ook China zijn tweede plaats. De Chinese investeringen in militaire apparatuur liepen met 5 procent op tegenover het jaar voordien. Daarmee kenden de Chinese militaire uitgaven voor het vierentwintigste jaar op rij een toename.

“Een gedeelte van die uitgaven is uiteraard bedoeld als afschrikmiddel voor Amerikaanse strategieën in de regio,” erkent Fleurant. “Anderzijds investeert de Chinese overheid ook zwaar in nieuwe wapentechnologieën. De voorbije tien jaar zijn de Chinese uitgaven voor defensie met 83 procent gestegen.”

“China hanteert trouwens een specifiek beleid rond zijn militaire uitgaven,” beklemtoont de Sipri-directeur. “In tegenstelling tot veel West-Europese en Noord-Amerikaanse landen, heeft China zijn militaire budget gekoppeld aan zijn bruto binnenlands product.”

“Daarbij is bepaald dat elk jaar 1,1 procent van dat pakket aan militaire uitrusting zal worden geïnvesteerd. Wanneer China een sterke economische groei kent, zullen dan ook de militaire uitgaven van het land een aanzienlijke toename kennen.”

Oost-Europa

Saudi-Arabië schroefde zijn militaire budgetten wel met 6,5 procent terug, maar blijft met een bedrag van 67,6 miljard dollar toch status-quo op een derde plaats. Daarna volgen India en Frankrijk. Opmerkelijk is de terugval van Rusland van een vierde naar een zesde plaats.

“De Russische militaire bestedingen vielen het voorbije jaar met 2,5 procent terug,” aldus Fleurant. “Het Russische leger bevindt zich momenteel tussen twee belangrijke moderniserings-programma’s. In de cijfers moet ook rekening gehouden worden met laattijdige betalingen aan de Russische wapenindustrie. Daardoor zijn de statistieken enigszins vertekend. Daarnaast is er echter ook nog de waardedaling van de Russische roebel.”

In Europa stegen de uitgaven daarentegen met 1,4 procent tot een totaal van 364 miljard dollar. Oost-Europa liet daarbij de sterkste stijgingen optekenen. “Dat heeft te maken met percepties over een groeiende dreiging uit Rusland,” verduidelijkt Fleurant nog.

Sipri berekende verder dat de negenentwintig lidstaten van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (Navo) vorig jaar over een gezamenlijk militair budget van 963 miljard dollar beschikten. De alliantie vertegenwoordigde daarmee 53 procent van de wereldwijde militaire uitgaven.

In Afrika was er een daling met 8,4 procent. De Afrikaanse militaire uitgaven bereikten vijf jaar geleden een absolute piek. Sindsdien kon elk jaar een daling worden gemeld. In het Midden-Oosten was er vorig jaar sprake van een inkrimping met 1,9 procent.

Meer