Grote fabrikanten van consumentengoederen als Nestlé of Procter & Gamble hebben hun prijzen fors opgetrokken om de inflatie van hun kosten te compenseren. Maar daarmee zwengelen ze de inflatiespiraal nog verder aan.
Winkelkar almaar duurder: merkproducten rekenen inflatie zwaar door

Waarom is dit belangrijk?
De inflatiecrisis leidt tot een dilemma. Offeren de grote producenten van consumentengoederen een deel van hun winstmarge op om de prijsstijgingen in de winkel te beperken en zo de koopkracht van hun klanten te beschermen, of rekenen ze hun gestegen kosten volledig door? Het lijkt erop dat ze in grote mate voor het tweede gekozen hebben.Nestlé: prijzen +7,5 procent
- Nestlé (onder meer Nescafé, Maggi, Perrier en Friskies) verhoogde de prijzen wereldwijd gemiddeld met 7,5 procent, zo meldde de Zwitserse voedingsreus vandaag. Dat is maar een fractie minder dan de wereldwijde inflatie, die volgens het Internationaal Muntfonds dit jaar rond 8,8 procent zal uitkomen.
- Er zijn wel grote regionale verschillen in de prijsstrategie: In Noord-Amerika gingen de Nestlé-prijzen met een forse 11 procent omhoog, terwijl dat in Europa beperkt bleef tot 5,7 procent en in China tot 2,6 procent. Uitgaande van 8 procent inflatie in de VS en 10 procent in Europa, wil dat zeggen dat de Amerikaanse prijzen van Nestlé-producten sterker stegen dan de algemene inflatie, terwijl de Europese prijzen voor driekwart het duurdere leven weerspiegelen.
- Mark Schneider, de CEO van Nestlé, spreekt van “de prijs op een verantwoordelijke manier aanpassen, zodat ze de inflatie weerspiegelen”. Het beursgenoteerde bedrijf moet daarbij de prijsgevoeligheid van de eindklanten nauwlettend proberen te meten: te forse prijsverhogingen kunnen de klanten immers doen afhaken.
- Maar daartegenover staan de belangen van de aandeelhouders, die niet zullen aanvaarden dat er zomaar winstmarges opgeofferd worden. Prijsverhogingen kunnen gedaalde verkoopvolumes compenseren, zodat de omzet gelijk blijft of zelfs stijgt.
- “De moeilijke economische omgeving is een zorg voor veel mensen en treft hun koopkracht. Daarom streven wij ernaar producten betaalbaar en toegankelijk te houden. Tegelijkertijd houden we rekening met de belangen van al onze stakeholders”, klinkt het diplomatisch bij de Zwitserse gigant.
P&G: prijzen +9 procent
- Procter & Gamble, de Amerikaanse groep achter uiteenlopende merken als Gillette, Always en Vicks, maakte bekend dat zijn prijzen gemiddeld met 9 procent gestegen zijn in de periode juli-september tegenover een jaar eerder.
- Bij de gezondheidsproducten bleven de verhogingen beperkt tot 6 procent, maar bij de was- en schoonmaakproducten gaat het om een gemiddelde prijsstijging met 11 procent. Dat is dus meer dan de algemene inflatie in veel landen. In die divisie zitten bekende merken als Ariel, Dreft en Swiffer.
- P&G zag in alle divisies de verkochte volumes dalen. De prijsverhogingen zorgen er evenwel voor dat de omzet (prijs maal volume) toch in de lift zit. De kwartaalomzet groeide met 1 procent tot 20,6 miljard dollar, wat beter is dan wat beursanalisten verwacht hadden.
- Ook bij P&G is het dus voortdurend wikken en wegen: prijsverhogingen compenseren de gestegen kosten, maar kunnen tot krimpende volumes leiden. Is de klant echter relatief prijsongevoelig omdat hij trouw blijft aan zijn favoriete merk, dan leiden een prijsverhoging voor dat merk ook tot een omzetverhoging.
Een fragment uit het kwartaalrapport van P&G, met in de kolom ‘Price’ te gemiddelde prijsstijgingen:

Supermarkten
Nog dit: het kwam de voorbije maanden al meermaals tot spanningen tussen grote merkfabrikanten en de supermarktketens, omdat de supermarkten om commerciële redenen geen zin hadden om massaal tot prijsverhogingen over te gaan.
Prijsimago speelt een belangrijke rol voor de supermarkten. Uit een recente bevraging blijkt dat een kwart van de almaar prijsgevoeligere Belgen intussen veranderd is van vaste supermarkt sinds het uitbreken van de inflatiecrisis.
(ns)