De kiezers in Frankrijk zijn op zondag naar de stembus gegaan voor de eerste ronde van de Franse parlementsverkiezingen, waarbij alle 577 zetels van het Franse Assemblée nationale – het lagerhuis van het tweekamerparlement – op het spel stonden. De linkse coalitie van Jean-Luc Mélenchon, NUPES, kwam nek aan nek uit met de coalitie Ensemble van Macron, zo laten de resultaten zien.
In de zeven weken sinds de liberaal Macron werd herkozen als president, in een rechtstreekse confrontatie met Marine le Pen, is het politieke landschap van Frankrijk verschoven. Een nieuwe alliantie tussen de voornaamste linkse partijen heeft ervoor gezorgd dat links, en niet rechts, de belangrijkste uitdager was van de presidentiële coalitie. Die dynamiek werd zondag bevestigd, toen Ensemble bijna een gelijkspel behaalde met NUPES.
Ensemble haalde op zondag 25,75 procent van de stemmen, tegenover 25,66 procent voor NUPES. Daarachter komt het Rassemblement national, tot juni 2018 bekend als Front National, van Marine le Pen met 18,68 procent. Daarmee lijkt het erop dat de rechtse coalitie niet heeft kunnen profiteren van het succes van de presidentsverkiezingen, waarbij Le Pen in de tweede ronde iets meer dan 40 procent voor zich opeiste.
Omdat geen enkele kandidaat in de eerste ronde van de parlementsverkiezingen een absolute meerderheid heeft behaald, wordt er aanstaande zondag een tweede ronde gehouden. Volgens de laatste prognoses van Ipsos/Sopra Steria zou de coalitie van Macron tussen de 255 en 295 zetels kunnen winnen. NUPES zal naar verwachting tussen de 150 en 190 zetels behalen.
Lage opkomst
“De waarheid is dat de partij van de president verslagen is”, zei Mélenchon zondagavond. Volgens de huidige verwachtingen heeft links een grote kans zich op te dringen als de dominante parlementaire oppositie. De extreemlinkse partijleider riep zijn kiezers op om over een week naar de stembus te gaan om het “rampzalige beleid van Macron definitief te verwerpen”.
Nadat Macron in april de presidentsverkiezingen won, beloofde hij een nieuw politiek tijdperk. De gestegen energie- en voedselprijzen en de houding van de Franse president ten opzichte van Vladimir Poetin zorgen echter voor de nodige kritiek.
De opkomst op zondag was merkbaar lager dan bij eerdere verkiezingen. Toen de stembussen om 20.00 uur sloten, lag de uiteindelijke opkomst rond de 47,7 procent. Kandidaten beschreven de stemming onder de kiezers als “boos en gedesillusioneerd over de politieke klasse”. Olivia Grégoire, woordvoerster van de regering, zei dat de lage opkomst het belangrijkste probleem was.
(lb)