Het Franse luxeconcern LVMH en de Amerikaanse juweliersketen Tiffany houden indirecte gesprekken om een oplossing te vinden voor de ruzie waarin de twee bedrijven verkeren. Alles draait om een overnamedeal waar LVMH onderuit wil.
Bijna een jaar geleden bereikten de Franse wereldleider in luxegoederen en het internationale bedrijf voor fijne sieraden een akkoord. LVMH zou Tiffany overnemen tegen een prijs van 122,5 euro per aandeel. Met een overeengekomen bedrag van 14,7 miljard euro zette Bernard Arnault, de Franse topman van LVMH, zo de grootste overname in de geschiedenis van het luxeconcern in de steigers.
Begin september keerde LVMH echter zijn kar en het bedrijf probeerde om de overname af te blazen, verwijzend naar de Amerikaanse tarieven die gelden. Tiffany reageerde prompt met een rechtszaak om de overnamedeal toch nog af te dwingen en LVMH reageerde met een tegenklacht om te verklaren waarom de juweliersketen geen gegeerde bruid meer was. Onder meer het falende management van Tiffany tijdens de coronacrisis werden daarin aangehaald.
Nu zoeken de bedrijven op indirecte wijze toenadering, meldt de Amerikaanse zakenzender CNBC. LVMH en Tiffany zouden onderhandelen over een verlaging van de prijs die op de overname plakt, maar geen van beide bedrijven wil commentaar geven aan de zakenzender. Afgelopen maandag liet Tiffany weten dat het alle goedkeuringen van de Europese Commissie op zak had om de overname te voltooien.
Op Wall Street koerst Tiffany omstreeks 16.15 uur Belgische tijd 3,28 procent hoger, LVMH geeft 1,09 procent prijs in Parijs.