Leven en wonen in België nog steeds beduidend goedkoper dan in de andere rijkere Europese landen

Het is nog steeds beduidend goedkoper om te leven en te wonen in België dan in de andere rijkere Europese landen. Dat blijkt uit de vierde Europese Salarisstudie van Deloitte, dat salariskosten, nettolonen en netto besteedbare inkomens vergeleek in maar liefst 19 landen. De studie wijst uit dat België kampt met een zeer hoge werkgeverskost die in hoofdzaak veroorzaakt wordt door de hoge én ongelimiteerde sociale zekerheidsbijdragen. Sinds de crisis is de sociale zekerheidskost voor werkgevers in de meerderheid van de onderzochte landen gestegen.

Europese werkgevers voelen de kost op arbeid stijgenBelgië en Frankrijk zijn nog steeds de koplopers wat betreft de sociale zekerheidskosten op lonen omwille van de hoge en ongelimiteerde sociale zekerheidsbijdragen. Echter in 11 van de 19 onderzochte landen voelen de werkgevers de sociale zekerheidskosten stijgen door ofwel een verhoging van het tarief en/of van het grensbedrag tot waar de bijdragen verschuldigd zijn. Uitzondering op de regel is Nederland dat het sociale zekerheidstarief verminderde met 2,12%.

Sinds de crisis passen steeds meer landen een toptarief van ≥ 50% toeVoor het eerst sinds de crisis heeft bijna de helft van de onderzochte landen het belastingtarief en/of de belastingschalen doen stijgen ten opzichte van 2012. Als direct gevolg hiervan is vandaag een toptarief van meer dan 50% van kracht in 8 van de 19 onderzochte landen. De kloof tussen België en de rest van Europa wordt dus stilaan gedicht inzake het toptarief maar in België wordt de 53,5% wel reeds toegepast vanaf een belastbaar inkomen van € 37.330.

Niet-werkende partner met 2 kinderen wordt dubbel beloond in BelgiëEen alleenstaande wordt in België zwaarder belast dan een gehuwde belastingplichtige die een niet-werkende partner en 2 kinderen ten laste heeft. Het verschil in belastingdruk schommelt in België ruwweg tussen € 4.000 en € 5.500 maar de studie wijst uit dat het verschil in andere landen nog hoger kan oplopen (tot zelfs €14.090 in Genève). De overgrote meerderheid van de onderzochte landen geeft een fiscale bonus voor de niet-werkende partner en/of de kinderen ten laste. In dit verband werd het huwelijksquotiënt in België in de 3e editie reeds aan de kaak gesteld omdat dit neerkomt op het toekennen van een bonus aan wettelijk samenwonenden of gehuwde koppels waarvan slechts 1 van beide partners uit werken gaat.

Belg leeft nog steeds goed maar moet enkele plaatsen prijsgeven op de Europese ranglijstDe huisvestingkosten en de kosten voor levensonderhoud ondergaan een algemene daling in Europa. In tegenstelling tot de Europese trend, stijgen deze kosten lichtjes in België. Hierdoor moet België enkele plaatsen prijsgeven op de ranglijst van het netto besteedbaar inkomen. Toch blijft ons land aantrekkelijk om er te leven en te wonen. Brussel is nog steeds beduidend goedkoper dan o.a. Amsterdam, Luxemburg, Londen, Genève en Parijs. De kloof wordt echter kleiner. Ook de kost van lager en middelbaar onderwijs werd dit jaar onderzocht maar dit heeft de volgorde op de ranglijst niet beïnvloed; quasi alle onderzochte landen bieden gratis openbaar onderwijs aan.

R&D maatregel maakt Belgische werkgever de goedkoopsteVoor bedrijven met activiteiten in onderzoek en ontwikkeling is België erin geslaagd om de loonhandicap volledig te neutraliseren en zelfs het goedkoopste land te worden. De R&D maatregel laat Belgische werkgevers vandaag toe om onmiddellijk 80% van de bedrijfsvoorheffing verschuldigd in hoofde van de onderzoekers te recupereren.Door toepassing van deze maatregel, nemen de Belgische bedrijven in de hoogste looncategorieën een voorsprong op onze belangrijkste concurrenten in onderzoek en ontwikkeling, nl. Frankrijk, Duitsland, Luxemburg, Nederland, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk.

Europese spaarders worden opnieuw zwaarder belastWat betreft de taxatie van passief inkomen (interesten, dividenden en meerwaarden) zit België net boven het Europese gemiddelde dat dit jaar 24% bedraagt voor zowel interesten als dividenden (2012: 23,42% voor interesten en 25,13% voor dividenden). Ondanks het ogenschijnlijk stabiele Europese gemiddelde tarief, wijst de studie uit dat 8 landen (Ierland, Frankrijk, Portugal, Griekenland (enkel interesten), Luxemburg, Slovakije, België en Denemarken) hun tarief het voorbije jaar hebben verhoogd. België is hierbij een uitschieter met een verhoging voor interesten van 15% naar een standaard tarief van 25%. Griekenland zorgt voor wat tegenwicht door de verlaging van de belasting op dividenden van 25% naar 10%.

Hoge sociale zekerheidsbijdragen garanderen niet noodzakelijk een hoog wettelijk pensioenEr bestaan opmerkelijke verschillen tussen de onderzochte landen wat betreft de verhouding van de betaalde sociale zekerheid op de laagste lonen tot de wettelijke minimum pensioenen. Enerzijds hebben we Luxemburg en Ierland waar de minimum pensioenen verhoudingsgewijs een stuk hoger liggen dan de sociale zekerheidsbijdragen en aan de andere kant van het spectrum vinden we merkwaardig genoeg Frankrijk terug: het minimum pensioen in Frankrijk bedraagt slechts 41% van de betaalde sociale zekerheid. De Belgische werkgever en werknemer betalen de op 1 na hoogste sociale zekerheidsbijdragen in de onderzochte situatie en het wettelijk minimum pensioen waarop de gepensioneerde Belg recht heeft, bedraagt hiervan 109%.Het opbouwen van pensioenvoordelen kan ook via de tewerkstelling gebeuren (2e pijler). Dit is zelfs een verplichting in Zwitserland en sinds 2012 ook in het Verenigd Koninkrijk. Dit is eerder opmerkelijk aangezien de studie uitwijst dat bedrijfspensioenplannen in meer dan 60% van de onderzochte landen niet of slechts zelden voorkomen bij lagere inkomens en daarentegen in 74% van de onderzochte landen nagenoeg de regel zijn bij een jaarinkomen van €75.000.

Meer